donderdag 31 januari 2013

De Vloekepoek

Een lofzang op een klein brokje dynamiet, bij gelegenheid van het feest van Franciscus van Assisi op 4 oktober. 



Vloekie temidden van herstbladeren
Sinds kort woont bij mij een wit en roodbruin gevlekt jachthondje. Hij is van Fransen bloede (een tamelijk raszuivere Épagneul Breton), maar afkomstig uit Kroatië, waar hij door een hondenvriend in een in die contreien niet ongebruikelijk ‘dodingstation’ werd aangetroffen en overbracht naar een Duits asiel. Ook daar echter wilde - onbegrijpelijk bij een zo beeldschoon en aardig beestje, dat zelfs kopjes geeft als een poes! - niemand hem hebben. Nadat hij vervolgens werd getransporteerd naar een Nederlands asiel is hij door mij ontdekt en naar zijn lot Vloekie genoemd, op zoek naar een enigszins gelijkluidende naam voor het oorspronkelijke Kroatische Cuki (spreek uit: Koekie), dat ik niet te handhaven vond.

Veruit het grootste deel van zijn leven heeft Vloekie geen baasje gehad en zelfstandig zijn kostje bijeen moeten scharrelen en is dus nauwelijks opgevoed. Bovendien, zo meldt de website van zijn rasvereniging, is een dergelijke épagneul niet zo gemakkelijk te trainen en geldt hij als ‘een eigenwijs brokje dynamiet’. Zijn naam duidt bij nader inzien dus eigenlijk niet alleen op zijn eigen lot, maar ook op dat van zijn nieuwe baasje, wiens tolerantiegrenzen door dit creatuurtje wel erg worden opgerekt.

Alleen thuis zijn kan hij niet. Dan trekt hij de vitrage aan flarden, haalt hij de wasmand leeg met destructieve doeleinden, stort zich op rondslingerende kledingstukken en verscheurt kranten voordat je ze hebt kunnen lezen. Als een ware Houdini weet hij uit zijn inmiddels aangeschafte bench te ontsnappen en staat als je thuiskomt temidden van de aangerichte chaos clowns acts op te voeren voor de ramen. Het liefst draaft hij mee naast de fiets, waarbij hij zo hard aan de riem trekt - de ooit overwogen koop van een snorfiets is met de komst van Vloekie volstrekt overbodig geworden -, dat hij zichzelf bijna wurgt en er – schijnbaar getroffen door een hartaanval – bij neervalt en overgegaan moest worden tot de aanschaf van een tuigje dat zijn hals vrijlaat, maar vervolgens tengevolge van een gebrek aan voldoende achtzaamheid van de zijde van de baas werd stukgebeten.

De Vloekepoek thuis
Enkele landen zijn inmiddels enigszins met hem te bezeilen. Aan de lange lijn luistert hij tegenwoordig soms zelfs wanneer hij wordt geroepen. Maar als hij eenmaal is losgeraakt - wat hem als boeienkoning en begiftigd met een enorm jachtinstinct, dat zich zelfs uitstrekt tot duiven en merels, natuurlijk vroeger of later altijd weer lukt -, is het raadzaam een thermoskan bij je te hebben. Los van de lijn volgt hij zijn baasje als deze zich van hem verwijdert, maar op de gepaste afstand van enkele honderden meters en zonder enig besef van het gevaar van het verkeer, zodat men in dat geval steeds als een soort klaar-over voor hem uit dient te gaan om alle in het verschiet gelegen kruisingen te bewaken.

Kortom, Vloekie is verschrikkelijk. Maar even verschrikkelijk raakt men gehecht aan zijn enthousiame, zijn aanhankelijkheid en zijn kopjes. God heeft zich ook niet vergist in het geval van zijn schepping van dit creatuur, deze chien maudit, waarvan ik merk dat ik hem inmiddels liefkozend aanduid als ‘de Vloekepoek’.


Artikel verschenen in het kader van Dierendag 2011 in Katholiek Nieuwsblad


Geen opmerkingen:

Een reactie posten