Het euthanasiepleidooi van de NVVE klonk zeventig jaar geleden ook al – in de propagandafilm 'Ich klage an'.
De euthanasiegekte die Nederland al tientallen jaren in haar
greep houdt, heeft in februari, tegelijk met de Elfstedentochthysterie in de
media, een nieuw hoogtepunt bereikt met de feestelijke viering van een decennium
Nederlandse euthanasiewetgeving in de vorm van een ‘Week van de Euthanasie’. In
deze week werd nog uitvoeriger dan altijd al het geval is, dat wil zeggen haast
non-stop, op radio en televisie welwillende aandacht geschonken - tegenstanders werden, zoals gebruikelijk, vrijwel niet aan
het woord gelaten - aan de nieuwste, steeds verdergaande, ontwikkelingen op dit
gebied, zoals de ophanden zijnde opening van een zelfmoordkliniek voor
doodsverlangers die op weigering tot medewerking van hun huisarts stuiten, en
de introductie van ‘mobiele euthanasieteams’, die als een soort pizzakoeriers
van Magere Hein de dood op bestelling aan huis bezorgen.
Hoewel men zou denken ‘dood zijn kun je nog lang genoeg’,
lijken de Nederlanders zich als lemmingen en masse vrijwillig in de dood te
willen storten en is de belangstelling voor het onderwerp in Nederland
onverzadigbaar. Het zou me niet verbazen als op het hoofdkantoor van Albert
Heijn wordt overwogen een nieuwe spaaractie te starten, zoals in tijden van
Oranjegekte, waarbij je, tegen
inlevering van een vol boekje met zegels, een gratis zwarte pil krijgt om
jezelf van kant te kunnen maken.
Onderdeel van de feestelijke jubileumviering vormde een door
de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde (NVVE) gesponsord
filmfestival - het eerste filmfestival ter wereld over euthanasie - onder de
ludieke titel The End, waarin meer
dan 30 films en documentaires over dit onderwerp uit binnen- en buitenland
werden vertoond.
Begrijpelijk - de NVVE wil natuurlijk niet geassocieerd
worden met deze voorlopers - maar niettemin een hiaat, was het feit dat nu
juist de meest bekende euthanasiefilm uit de geschiedenis, de in 1941
vervaardigde, technisch zeer knappe, nazi-propagandafilm Ich klage an, in het overzicht ontbrak.
In 1994 werd deze film - die je tegenwoordig gewoon kunt downloaden via het internet, maar nog in 2001 door de Duitse overheid werd verboden wegens haar overtuigende, maar gevaarlijk inhoud - door het Nederlands Filmmuseum in Amsterdam opnieuw vertoond. Een journalist van het Leidsch Dagblad vond de film toen
‘bijzonder eigentijds’. En dat is hij nog steeds. De in de film gevolgde
argumentatie is vrijwel identiek aan die van de NVVE en de gemiddelde ontvoogde,
van alle taboes bevrijde Nederlander: de ethiek van het vijfde gebod en de eed
van Hippocrates is achterhaald. De ongeneeslijk zieke mens heeft recht op een
humane, zelfgekozen dood en hetzelfde geldt voor wilsonbekwamen die
uitzichtloos lijden.
De melodramatische film toont, in sterbezetting, het verhaal van de mooie, levenslustige en
intelligente vrouw van een briljante arts, die multiple sclerose krijgt, steeds
verder verlamd raakt en haar man, die aanvankelijk koortsachtig zoekt naar een
nieuw middel om haar te genezen maar daarin faalt, overhaalt haar te doden als
haar toestand nog verder verslechtert. Uiteindelijk stemt hij in met haar
verzoek en als hij voor de rechtbank moet verschijnen op aanklacht van moord
draait hij de tegen hem gerichte aanklacht om (vandaar ook de titel): híj
klaagt de achterhaalde wet aan die het artsen verbiedt uitzichtlopze patiënten
een zelfgekozen dood te laten sterven en wordt daarmee in de film tot held van
een nieuwe ethiek. Het verhaal wordt verweven met een pleidooi voor het laten
sterven van een geestelijk gehandicapt meisje, in plaats van het te behandelen.
Ich klage an is
een van de meest geraffineerde propagandafilms die de nazi’s ooit vervaardigd
hebben, juist doordat het progaganda-element - in overeenstemming met de
opvattingen hierover van minister Goebbels - hierin zo goed is verhuld. Er
komen nauwelijks nazisymbolen voor in de film, die een echte tear jerker vormt, en de boodschap is
‘ingebed in een schijnbaar wetenschappelijk-juridische, maar ook ethische
discussie’ over de problematiek van de actieve euthanasie. Doel van de film was
de legitimatie van het elimineren van geesteszieken door de nazi-autoriteiten
en het rijp maken van de geesten voor een wetswijziging.
Anders dan in het huidige Nederland is in nazi-Duitsland
euthanasie namelijk nooit wettelijk toegestaan geweest. De Führer heeft persoonlijk bevelen tot euthanasie gegeven, maar
pogingen om te komen tot een Sterbehilfegesetz
zijn gestopt uit angst voor verzet uit (toen nog gezaghebbende) kerkelijke
kringen. Op een euthanasiewet, waarvan we het jubileum dus onlangs feestelijk hebben
gevierd, hebben de nazi’s moeten wachten tot het Nederland van 2002.
Dit artikel werd eerder gepubliceerd in het Katholiek Nieuwsblad op 24-2-2012
Geen opmerkingen:
Een reactie posten