woensdag 23 januari 2013

De twee heren van Lans Bovenberg


          
met kleine aanpassing gepubliceerd in KN, augustus 2009

Het overkomt me niet vaak en het is natuurlijk ook weinig van deze tijd, dat ik, wanneer ik iemand hoor spreken, denk: ‘Dit is gvd pure blasfemie’. Vorige week, toen ik een interview met CDA-ideoloog, econoom, SER-lid en pinkstergemeentevoorganger Lans Bovenberg aanschouwde, die bij Andries Knevel een boek over zijn economische bespiegelingen kwam promoten (15-09-09), was het evenwel zover.
                         
Na voor de zoveelste maal de schuld van de bankiers aan de huidige economische crisis gerelativeerd te hebben met een verwijzing naar Mattheüs – als zondige mensen zijn wij daaraan immers allemaal medeschuldig en moeten wij, balkdragers in ons eigen oog, eens ophouden de splinter in dat van onze broeders, de bankiers, te zien –, begon Bovenberg, op zalvende toon en met eerbied en bewondering gadegeslagen door Knevel, met de uiteenzetting van zijn economische bespiegelingen.

Hierin pleitte hij, steeds meer getroffen als hij de laatste jaren beweerde te zijn door de parallellen tussen economie en theologie, voor een theologische visie op de economie, of, zo men wilde, een economische visie op de theologie, waarbij Jezus gezien diende te worden als een economiegoeroe. Had deze immers niet middels zijn kruisdood het ultieme voorbeeld van een geslaagde kosten-batenanalyse gegeven (kosten: Jezus eigen leven; baten: de verlossing van de mensheid) en streefde Jezus niet naar het maken van ‘echte winst ‘?

Door nu de opvattingen van topeconoom Jezus Christus als leidraad te nemen in het economische denken zou dit in de toekomst meer dan in het hebzuchtige verleden gebaseerd zijn op nederigheid, dienstbaarheid en lange termijn denken, zoals valt te lezen in het boek met de woordspelige titel De balans van Bovenberg van journalist De Reus, waarvan het recente verschijnen door Bovenbergs oude vriend, onze premier Balkenende, werd opgeluisterd met enig retorisch vuurwerk, zoals we van onze eerste minister gewend zijn bij voor hem heuglijke of memorabele gebeurtenissen.

Nu is uit de theologie weliswaar de term ‘heilseconomie’ bekend, maar deze heeft toch echt niets met geld te maken: het woord ‘economie’ hierin wordt louter metaforisch gebruikt in de zin van ‘strategie’. Het evangelie is immers wel zo ongeveer het meest anti-economische geschrift dat ooit vervaardigd is en waarin bijvoorbeeld - eveneens bij Mattheüs (6:19) – staat te lezen: ‘Verzamelt u geen schatten op aarde, waar roest en worm ze verteren, en waar dieven ze opgraven en stelen.’

Ook over de verbinding van economie en theologie, c.q. een God welgevallige levenswijze, vindt men bij Mattheüs klare taal (6:24): ‘Niemand kan twee heren dienen; hij zal of den een haten en den ander beminnen, of den een aanhangen en den ander verachten. Gij kunt God niet dienen en de mammon.’ Het hele verhaal van Bovenberg is feitelijk dus niets anders dan blasfemisch gezwatel van een bankiersverdediger die te goede maatjes is met ‘the powers that be’, en even anti-evangelisch is als het evangelie anti-economisch.

En om nog even terug te komen op die bankiers: het Nieuwe Testament is royaal met het vergeven van zonden: tollenaars, overspelige vrouwen, moordenaars, allen komen ze ervoor in aanmerking. Er is maar één categorie bij wie het schenken van vergiffenis moeilijk ligt en voor wier zielenheil ernstig moeten worden gevreesd, en dat is die van de rijken, waartoe bankiers toch wel gerekend mogen worden. Juist deze lieden nu, voor wie ‘het moeilijker is in het koninkrijk der hemelen te komen, dan voor een kameel door het oog van een naald’, komen daarvoor bij Bovenberg als eersten in aanmerking.

Een evangeliepassage tenslotte waarvan het wellicht ook nog raadzaam is voor onze staatshuishoudkundige voorganger daarover nog eens te reflecteren, is die waarin de gewoonlijk zo zachtmoedige Jezus de geldwisselaars en handelaren de tempel uit ranselt. Het is dat er in die dagen nog geen economen bestonden, anders waren die vast evenmin ontkomen aan de toorn van de Zoon van God.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten