Het Gerechtshof Arnhem heeft deze week in hoger beroep
bepaald dat VVD-burgemeester Henk Aalderink van de gemeente Bronckhorst op 4
mei, de dag van de Nationale Dodenherdenking, in het Achterhoekse dorp Vorden,
dat deel uitmaakt van die gemeente, rustig ook de daar begraven nazi-soldaten mee mag herdenken,
langs hun graven mag defileren en daarop - samen met de inwoners van het dorp
en hun kinderen - desgewenst bloemen leggen.
Dat waren het plaatselijke Comité 4 mei en de burgemeester
vorig jaar ook al van plan, maar dat voornemen leidde toen tot grote, zelfs
nationale en internationale commotie, en tot geruchten dat op grote schaal
neonazi’s naar de Vordense dodenherdenking zouden komen, waarna de Federatie Joods
Nederland (FJN) een kort geding aanspande en won, waarin het burgemeester en
wethouders van Bronckhorst werd verboden op 4 mei langs de Duitse graven in
Vorden te defileren.
Dit tot grote woede van de burgemeester, die daarop het beroep
aantekende waarin afgelopen week door het Arnhemse Hof uitspraak werd gedaan,
de burgemeester in het gelijk werd gesteld en de uitspraak in kort geding
vernietigd.
Bij lokale herdenkingen, zoals die in Vorden, komt volgens
de hoger beroepsrechters plaatselijke comité’s veel vrijheid toe. “De vraag wie
en welke groeperingen daarbij op welke wijze worden herdacht, is een vraag op
het terrein van de uitingsvrijheid van diegenen die tezamen wensen te
herdenken.” Daar gaat de voorzieningen- (= kort geding)rechter niet over. Ordehandhaving daarbij is primair een zaak van
het lokale bestuur zelf, dat verantwoording aflegt aan de gemeenteraad. Slechts
als er sprake is van grote onzorgvuldigheid, bijvoorbeeld “als met de
voorgenomen wijze van herdenken wordt beoogd bepaalde personen, hun
nabestaanden en/of nagedachtenis te kwetsen” is er een rol weggelegd voor de
rechter. Tenminste als die gekwetste personen
behoren “tot de (lokale) kring van mensen…voor wie een dergelijke
(lokale) herdenking wordt georganiseerd”. En dat is hier, aldus het Hof, niet
het geval.
Prof. mr. Herman Loonstein van de FJN is uiteraard
teleurgesteld over de uitspraak. “Je mag alleen klagen als je in de gemeente
Bronckhorst woont. Dat is bizar, wrang en pijnlijk. Temeer daar veel Vordense
joden tijdens WOII zijn vermoord door nazi’s.”
De legalistische opstelling van het Arnhemse Hof doet onwillekeurig denken aan een wel zeer zwarte pagina uit de geschiedenis van het Nederlandse recht, namelijk de oorlogsjaren, toen het illustere gezelschap van de Hoge Raad, dat toen, zoals de Raad het later zelf zeer eufemistisch uitdrukte, “in onvoldoende mate een verzetshouding (had) aangenomen”, zonder blikken of blozen verklaarde dat de vervolging en deportatie van joden “onder de huidige omstandigheden het karakter van wet in den zin der Nederlandse wetgeving niet (kan) worden ontzegd”.
De legalistische opstelling van het Arnhemse Hof doet onwillekeurig denken aan een wel zeer zwarte pagina uit de geschiedenis van het Nederlandse recht, namelijk de oorlogsjaren, toen het illustere gezelschap van de Hoge Raad, dat toen, zoals de Raad het later zelf zeer eufemistisch uitdrukte, “in onvoldoende mate een verzetshouding (had) aangenomen”, zonder blikken of blozen verklaarde dat de vervolging en deportatie van joden “onder de huidige omstandigheden het karakter van wet in den zin der Nederlandse wetgeving niet (kan) worden ontzegd”.
Nu waren de consequenties van de uitspraak van de toenmalige
Hoge Raad natuurlijk veel groter dan die van het huidige Arnhemse Hof en is de kans
dat dit nazi-soldaten herdenkende burgemeestertje opnieuw een jodenvervolging
zal gaan starten klein. Niettemin is hij wel bezig een kwalijke trend
versterken, waarbij steeds duidelijker sprake is van een vervaging van de grens
tussen slachteroffers en daders in WOII, van relativering van het kwaad uit de
nazi-tijd, van desinteresse in morele vraagstukken - wat in deze procedure gebeurt is feitelijk
ook niets anders dan een morele kwestie terugbrengen tot een juridisch
steekspel - en een zich opnieuw ontwikkelend antisemitisme.
Tijdens de Dodenherdenking in Vorden in 2012 gebeurde er
iets dat wat dat betreft zowel tekenend als huiveringwekkend is. Vrijwel alle
bezoekers van de herdenking liepen langs de zerken van de daar begraven
nazi-soldaten en sommigen legden er zelfs bloemen. Alleen de burgemeester, die
zij zo hun steun betuigden, liep niet langs de Duitse graven omdat hem dat, tot
zijn grote ergernis, als gevolg van de uitspraak in kort geding (nog) verboden was.
Ook verschenen op regionale websites waarop over de gebeurtenis werd bericht
tal van antisemitische uitlatingen en op een begraafplaats in het eveneens
Achterhoekse Winterswijk werd op diezelfde avond van de vierde mei een Joods
graf bespuugd.
Wat de uitspraak van het Hof nog wranger maakt, is dat deze
zelfde burgemeester die door het Hof in het gelijk werd gesteld waar het geldt
het op 4 mei herdenken van nazi-soldaten, in dezelfde week ook nog door tout
bestuurlijk Nederland als “Beste lokale bestuurder van 2012” werd uitgeroepen.
Een burgemeester die met wat wel genoemd is een ‘Moffenherdenking’ het
weldenkende deel van zijn burgers schoffeert en dus faalt in zijn rol als
‘burgervader’, en die met zijn beleid de openbare orde in zijn gemeente in
gevaar brengt door deze tot trekpleister voor neonazi’s te maken, die immers
ook dol zijn op herdenkingen van gevallen Duitse soldaten uit de nazi-tijd!
Als tweede klap op de vuurpijl konden wij in deze zelfde week
ook nog vernemen, dat deze Aalderink nu zelfs overweegt het regime, waarvoor de
soldaten vochten die hij wil herdenken, en dat tijdens de bezetting in het kader van
de Arbeitseinsatz Nederlandse mannen gedwongen in Duitsland te werk
stelde, na te volgen door werklozen uit zijn regio al dan niet verplicht eveneens
in Duitsland te laten werken.
Na de uitspraak liet de FJN weten nog te twijfelen over in
cassatie gaan. Mijnheer Loonstein doe dat alstublieft: deze waanzin in dit land
van bestuurlijke zotheid moet worden gestopt!
Louis van Overbeek is freelance publicist en heeft
destijds de zaak van de Vordense dodenherdenking aan het rollen gebracht met
een artikel in het Katholiek Nieuwsblad van 27-04-12, dat een (inter)nationale
rel veroorzaakte. Ook schreef hij in dezelfde krant een artikel over de
vergeten collaboratie van de Hoge Raad met de Duitse bezetter (KN 02-05-08).
Beide te vinden op de weblog
louisvanoverbeek.blogspot.com
louisvanoverbeek.blogspot.com
Geen opmerkingen:
Een reactie posten