In het Achterhoekse Vorden acht men de tijd rijp om bij de
Dodenherdenking op 4 mei ook de gevallen nazi-soldaten te gaan
herdenken. Onder het publiek is veel bijval. Het zou een nobele daad van
vergeving zijn.
In het Gelderse plaatsje Vorden vindt het plaatselijke Comité 4 mei dat
de tijd is aangebroken om tijdens de Dodenherdenking ook stil te staan
bij de daar in de Tweede Wereldoorlog gevallen Duitse soldaten. Vorden is een van de weinige plaatsen in Nederland waar op de
algemene begraafplaats Duitse soldaten uit WO II begraven liggen (10
Duitse vliegeniers en soldaten), omdat hier sprake is van een
particulier graf, gekocht door de vader van een van de omgekomen
vliegeniers. Bijna alle andere Duitse graven zijn na de oorlog naar de
centrale Duitse Oorlogsbegraafplaats in Ysselsteyn overgebracht.
'Ons bereikten signalen', aldus Bart Hartelman van het Comité (en van de Raad van Kerken) in de regionale Stentor van 17 april jl., 'om naast de omgekomen Britse soldaten ook deze gevallen Duitse soldaten bij de herdenking te betrekken'. Van wie deze 'signalen' afkomstig zijn vertelt hij er niet bij, maar legt uit: 'Na de plechtigheid bij de graven van de geallieerden zal de terugweg langs de Duitse graven leiden'. De plechtigheid zal 'een sober karakter' dragen, maar wel worden opgeluisterd door het Vordens Mannenkoor dat het lied Brüder reicht die Hand zum Bunde ten gehore zal brengen.
'Ons comité is ooit...opgezet door oud-verzetstrijders', zo vervolgt Hartelman. 'Inmiddels zijn deze verzetsleden gestorven en is volgens ons nu de weg vrij om ook de Duitse soldaten uit de anonimiteit te halen. Overigens hoeven mensen niet per se mee te lopen naar het collectieve graf van de Duitsers'.
Is dat even boffen. Dat we niet door de huidige leden van het Comité 4 mei Vorden - verraden die eigenlijk niet alsnog op gruwelijke wijze de oprichters van hun eigen comité ?- tegen de muur worden gezet als we niet willen meedoen aan het tijdens de Dodenherdenking 'uit de anonimiteit halen' (rehabiliteren dus) van deze Moffen!
Voor de goede orde: schrijver dezes heeft niets tegen de huidige Duitsers en luistert zelfs graag naar hun Kulturradio WDR3. Wel heeft hij het gevoel dat de wandaden die hun voorvaderen hebben bedreven - het willens en wetens aan de macht helpen van het absolute kwaad en hun verantwoordelijkheid voor het systematisch uitroeien van miljoenen mensen -zo groot zijn, dat zij daarmee niet alleen grote schuld op zichzelf hebben geladen, maar, als in de Griekse tragedie, ook op de generaties na hen. Of deze daarmee in ieder geval bezoedeld hebben. In dit geval betreft het echter niet eens de nakomelingen van onze toenmalige vijand, maar deze zelf in zijn gedaante van omgekomen nazisoldaten en -vliegeniers, en is het spreken van vergeving als motief voor mede-herdenking en het schermen met Nelson Mandela als navolgenswaardig voorbeeld, zoals in sommige positieve reacties op dit bericht wel is gebeurd, nogal gratuit en een banalisering van de nazitijd.
Ik was dan ook nogal verontwaardigd over het Stentor-bericht en wilde naar aanleiding daarvan een kritische lezersreactie plaatsen op de website van de krant. Daarin vroeg ik mij af of 'de weg nu ook vrij is' voor de plaatsing van een - uiteraard 'sober'- standbeeld van de Führer op de begraafplaats, waarvoor het Vordens Mannenkoor dan het Horst-Wessel-Lied kan aanheffen. Mij hebben immers ook 'signalen bereikt' dat dit zeer zou worden geapprecieerd (door neonazi's). Deze reactie werd door de Stentor echter gewoontegetrouw gecensureerd.
Naschrift
Inmiddels is duidelijk geworden dat ook het Nationaal Comité 4 en 5 mei het plan heeft opgevat – en inmiddels onder druk van de hierover ontstane ophef (met tegenzin) ook al weer laten varen – om bij de Nationale Herdenking op de Dam op 4 mei met een gedicht van een scholier een (Nederlandse) SS'er te herdenken – de oud-oom van de scholier – die vrijwillig diende aan het Oostfront en wiens eenheid zich daar schuldig heeft gemaakt aan het executeren van Oost-Europese Joden. Dat Achterhoekse Vorden is kennelijk uiterst trendy.
Deze 'zorgwekkende trend, waarbij de grens tussen slachtoffer en dader in de Tweede Wereldoorlog steeds verder vervaagt', zoals Esther Voet, adjunct-directeur van het Centrum Informatie en Documentatie Israel (CIDI), het formuleerde in NRC Handelsblad, maakt dat zich een patroon begint af te tekenen, waarbij Nederland bij zijn Nationale Dodenherdenking ook nazisoldaten en landverraders gaat betrekken.
Waarschijnlijk ligt aan deze ontwikkeling een reeks van oorzaken ten gronde, waarvan ik enkele mogelijke noem: 1. een steeds groter failliet van het geschiedenisonderwijs in het primaire en secundaire onderwijs 2. een wijd verbreid gevulgariseerd postmodern relativisme en een daaruit voortvloeiend ontbreken van een moreel kader en ideologisch inzicht in de achtergronden van WOII 3. de verwatering van de nationale dodenherdenking doordat de focus daarbij niet langer exclusief op WOII wordt gelegd, maar ook op andere oorlogen die sindsdien hebben plaatsgevonden 4.het feit, waaraan ik als eens eerder een stukje heb gewijd onder de titel 'Rare opvattingen', dat vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties in Nederland de laatste jaren, onder invloed van massieve overheidsproganda en modieuze ideetjes, allerlei standpunten zijn gaan innemen, die volkomen haaks staan op de belangen die zij, naar men zou verwachten, behartigen, zoals sociaaldemocratische partijen en vakbonden die pleiten voor de afbraak van de sociale zekerheid, hoogleraren Klassieke Talen die de feitelijke opheffing van hun vak in het middelbaar onderwijs voorstaan, etc.
Als in 1940 een even grote mate van desinteresse inzake morele vraagstukken in de samenleving zou hebben geheerst als thans, moet men zich afvragen of er überhaupt ooit van enig verzet van betekenis sprake zou zijn geweest.
Gepubliceerd Katholiek Nieuwsblad 27-4-2012
Geen opmerkingen:
Een reactie posten