woensdag 5 februari 2014

Nederland: werken of dood



In het bericht dat een 63 jarige man die weldra met pensioen mag om die reden euthanasie vraagt en krijgt, komen twee verschijnselen samen die kenmerkend zijn voor het huidige Nederland.

De buitenlander die een spoedcursus kennis van het hedendaagse Nederland wil volgen, doet er goed aan te beginnen met lezing van een bericht uit Nederland dat recentelijk in het nieuws kwam. Namelijk dat over een 63 jarige ambtenaar die binnenkort met pensioen zou gaan en dat zo’n verschrikkelijk vooruitzicht vond, dat hij euthanasie gevraagd en gekregen heeft. Toegepast door een barmhartige psychiater van de ‘Levenseindekliniek’, een instelling die, zoals bekend, in Nederland als een soort pizzakoerier van Magere Hein, de door velen vurig gewenste dood aan huis komt bezorgen. Na samen met zijn collega’s ’s mans ‘euthanasieborrel’ (Maxim Februari, NRC 27-1-14) te hebben bezocht, heeft deze dame, Gerty Casteelen geheten, de rampzalige de volgende de dag een dodelijk drankje in combinatie met een fataal infuus toegediend en hem daarmee ‘ondraaglijk en uitzichtloos lijden’ bespaard.

In dit ongetwijfeld in minder verlichte buitenlanden als krankzinnig beoordeelde bericht komen twee verschijnselen samen, die typerend zijn voor ons eigentijdse Nederland. Ten eerste een sinds het aantreden in 1994 van het eerste Paarse kabinet Kok heersende algehele arbeidsverdwazing (robotamoria), waarbij alom de opvatting heeft postgevat dat
- ondanks aanhoudende welvaart - ten einde de economische ondergang af te wenden, door iedereen zoveel en zo lang mogelijk en tegen iedere prijs, onder de slogan 'Werk, werk en nog eens werk', betaalde arbeid moet worden verricht en zelfs het arbeidspotentieel van moeders met jonge kinderen, gehandicapten en ouden van dagen node kan worden gemist. Hierbij is ook de heilzaamheid van - zelfs de meest geestdodende vorm van - werk voor de betrokkenen zelf tot dogma verheven. Zo werd een toestand van pensionering, waarnaar ooit door velen na een leven lang sappelen reikhalzend werd uitgezien als naar een tijd waarin men eindelijk eens kon gaan doen wat men zelf interessant of aangenaam vond, omgeframed naar een afschuwelijke periode van afgedankt zijn en sociaal isolement.

Een tweede voor Nederland typerend kenmerk is een, zoals de Poolse paus Johannes Paulus II het ooit treffend uitdrukte, ‘cultuur van de dood’, een euthanasiegekte, die Nederland nu al tientallen jaren in haar ban houdt, waarin een doodswens niet langer gezien wordt als de pathologie die het is - afkeer van la Camarde is immers een natuurlijk en universeel gegeven en de Nederlandse euthanamania een akelige perversie -, maar als een fiere uitdrukking van de ultieme zelfbeschikking van de mens.

Danse macabre
Er wordt dan ook vrijwel non stop propaganda gemaakt voor een zo vrij mogelijke euthanasiepraktijk, waarbij tegenstanders ervan systematisch niet aan het woord worden gelaten, de kritiek die het VN-mensenrechtencomité al in 2001 leverde op het gebrek aan bescherming van het leven in de Nederlandse euthanasiewet door opeenvolgende regeringen zelfgenoegzaam wordt afgewezen en de criteria voor vrijwillige levensbeëindiging telkens weer verder worden opgerekt. Hoewel je zou denken ‘dood zijn kun je nog lang genoeg’, is de geest uit de fles, en lijken de Nederlanders zich als lemmingen en masse vrijwillig in de dood te willen storten en is de vraag naar zwarte pillen in de Hollandse polder onverzadigbaar. Hierbij is de Nederlandse euthanamania nog besmettelijk ook: ook veel Vlamingen kunnen nauwelijks meer wachten hun eigen graf te graven, en in Duitsland, Frankrijk en Engeland stijgt het aantal vrienden van Magere Hein eveneens gestaag.

Opmerkelijk bij dit alles is de antichristelijke ondertoon die te bespeuren valt bij deze algehele Nederlandse doodsdrift. Men popelt zich te ontdoen van alle ‘religieuze betutteling’ waaronder men zo lang geleden meent te hebben en de wat meer ontwikkelde zelfbeschikker beroept zich graag op het woord van de antieke, tot de school van Stoa behorende wijsgeer Seneca, die immers verklaarde dat de mens niet werkelijk vrij is als hij niet vrijelijk over zijn leven kan beschikken. Volgens Anton van Hooff, de Nijmeegse oud-historicus in ruste die zich inzet ter bevordering van de belangen van de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde (NVVE), beleven we momenteel ‘een tussenstadium in de afbraak van het zelfmoordtaboe, dat de christelijke wereld zo’n vijftienhonderd jaar in zijn ban heeft gehouden. Het is nu de postchristelijke tijd om terug te keren naar de antieke idee van de wilsdood’ (vertaling van de term ‘mors voluntaria’, waarmee in Latijnse teksten het begrip ‘zelfmoord’ wel op neutrale wijze wordt aangeduid).

Opvallend ook de parallel – maar door dit op te merken begeef ik me in het huidige Nederland op uiterst glad ijs – tussen de argumenten die men aantreft in de in 1941 vervaardigde nazi-propagandafilm Ich klage an. In deze film wordt een arts aangeklaagd wegens moord omdat hij zijn aan een ernstige vorm van multiple sclerose lijdende vrouw op haar verzoek heeft geëuthanaseerd, maar die in de rechtszaal de aanklacht omkeert: hij, die aangeklaagd wordt, klaagt op zijn beurt de achterhaalde wet aan die het artsen verbiedt ernstig lijdende patiënten te doden uit mededogen, en wordt zo de held van een nieuwe ethiek, zonder vijfde gebod en zonder Hippocrates. De in de film gevolgde argumentatie is vrijwel identiek aan die van de NVVE en de gemiddelde ontvoogde, van alle taboes bevrijde Nederlander: de ongeneeslijk zieke mens heeft recht op een humane, zelfgekozen dood en hetzelfde geldt voor wilsonbekwamen die uitzichtloos lijden. De film - de meest bekende euthanasiefilm uit de geschiedenis - werd evenwel uit imago-motieven niet vertoond op het filmfestival - het eerste filmfestival ter wereld over euthanasie -  dat onderdeel vormde van de feestelijke, door de NVVE gesponsorde, viering van het jubileum van de Nederlandse euthanasiewet begin 2012, waar meer dan 30 films en documentaires over euthanasie uit binnen- en buitenland werden vertoond onder de ludieke titel The End.

In Italië hebben zowel het leven als het nietsdoen het epitheton ‘dolce’ opgeplakt gekregen, in Nederland ligt dat dus duidelijk anders. De aan het begin van dit stuk genoemde fictieve buitenlander die zich in ons contemporaine vaderland gaat verdiepen, zal niet anders kunnen dan tot de conclusie komen, dat de bewoners van dat koninkrijkje aan de zee collectief aan twee ernstige psychische aandoeningen lijden, te weten arbeidsverdwazing en euthanasiegekte, euthanamania en robotamoria. Dat iemand die bijna met pensioen mag daar dus nog liever dood wil, is, dat wetende, hoewel het schokkend blijft, zelfs voor een dergelijke nader geïnformeerde vreemdeling dus ergens wel te begrijpen.


zondag 2 februari 2014

Verloren gewaande stukjes teruggevonden

Louis van Overbeek was ook enige tijd correspondent voor De Nieuwe Juinense Courant. Hiervan twee proeven uit 2005:


KABINET: OOK OVERLEDENEN MOETEN REÏNTEGREREN

Den Haag 29-09-05. Van een onzer redacteuren

Het kabinet heeft vandaag bekend gemaakt dat het met het oog op de vergrijzing en de concurrentie uit verre oorden voornemens is overledenen die minder dan 5 jaar geleden zijn heengegaan en niet zijn gecremeerd te laten opgraven in het kader van een reïntegratieproject.

Na opgraving en een douchebeurt zal betrokkenen een korte opfriscursus worden aangeboden waarna zij zullen zullen worden ingezet in de plantsoendienst en de kinderopvang, waarin zoals bekend grote personeelstekorten bestaan die mede vanuit een oogpunt van emancipatie tot grote zorg aanleiding geven. Het project zal, aldus onze zegsman, niet vrijblijvend van karakter zijn. Minister De Geus vatte het voornemen eerder aldus samen: 'Er is lang genoeg geluierd op het kerkhof.'

De reintegratie zal worden gerealiseerd door een speciale taskforce bestaande uit deskundigen van Sociale Zaken, een commercieel reïntegratiebedrijf en de overkoepelende brancheorganisatie van begrafenisondernemers.


In reactie hierop:


GEMENGDE HAAGSE REACTIES OP PLAN REÏNTEGRATIE OVERLEDENEN

Den Haag,  30-09-05
Van onze redactie

Het kabinetsplan ook overledenen tot reïntegratie in de arbeidsmarkt te verplichten heeft tot uiteenlopende reacties geleid in politiek Den Haag. Oppositieleider Bos (PvdA) verklaart er in principe niet onwelwillend tegenover te staan, maar pleit voor 'enige versoepeling van de overlijdenstermijn': in plaats van overledenen die minder dan 5 jaar geleden zijn heengegaan, geeft hij de voorkeur aan een limiet van 2 jaar. Ook vraagt hij zich af of voor zelfmoordenaars geen uitzondering gemaakt moet worden.

VVD-leider Van Aartsen daarentegen vindt dat 'het tijd is voor een echte cultuuromslag' en wil de taskforce alle graven laten openen 'tot aan de Gouden Eeuw toe, en zelfs de Batavieren mogen wat mij betreft hun handjes wel weer eens laten wapperen', aldus de liberale voorman.

D'66 op haar beurt wil het plan eerst door middel van een referendum voorleggen aan de bevolking. SP-voorman Jan Marijnissen sprak opmerkelijkerwijs van 'een prima idee'. 'Maar' zo voegde hij eraan toe, 'dan moeten deze keer wel de mensen die tijdens hun leven 3x modaal of meer verdienden eraan geloven. Laat de rijke stinkerds nu maar eens pezen. Wij zullen ons er voor inzetten dat Jan met de Pet rustig kan blijven liggen'.

                                                               ***

Ook aan de klauwen der vergetelheid ontrukt:




HET LYNCHEN VAN EEN ‘LUIE DONDER’

Louis van Overbeek

In zijn 100 Avonturen met een Pollepel beschrijft de vooroorlogse literator-lekkerbek Werumeus Buning hoe het simpele tussen de vingers wrijven van een enkel blaadje verse basilicum of tijm ‘de mens doordringt met fijne geur en vrede’ en hem als het ware bij toverslag terugvoert naar een verloren paradijs. Een enigszins vergelijkbare ervaring had ik bij het lezen, al weer enige tijd geleden, van een interview in De Volkskrant met oud-kunstacademiestudent Gertjan van Beijnum. Deze unzeitgemässe pleitbezorger van het basisinkomen had de moed in het huidige klimaat van algehele arbeidsverdwazing en parlementaire bekommernis om ‘de hardwerkende Nederlander’ onbeschroomd te verklaren dat hij nog nooit heeft gewerkt, maar als ‘bewust betaalde baanloze’ al 28 jaar van een uitkering leeft, omdat de mens nu eenmaal ‘een recht op luiheid’ heeft en hij zijn tijd liever besteedt aan meer zinvolle activiteiten dan loonarbeid. Bijvoorbeeld aan het voeren van antikapitalistische acties en het volschrijven van krantjes als De luie donder, het huisorgaan van de inmiddels ter ziele gegane Nederlandse Bond Tegen het Arbeidsethos, en het nog bestaande, goed geïnformeerde, Kleintje Muurkrant.

Wat een verademing van een uitspraak temidden van al die arbeidsfundamentalistische overheidspropaganda die we dagelijks over ons uitgestort krijgen! Wat een volstrekte strijd met de repressieve tijdgeest! Alsof je per tijdmachine plotseling werd teruggeplaatst in de ontspannen samenleving van de jaren zestig en zeventig. Te bedenken ook dat door dit interview in een grote landelijke krant reïntegratiebeluste gemeentebestuurders, door betaald werk geobsedeerde ambtenaren van sociale diensten, fanatieke casemanagers, ja zelfs de tot staatssecretaris van Sociale Zaken benoemde, overgeïntegreerde – en dus ook zwaar met het arbeidsverdwazingsvirus besmette – model-allochtoon Aboutaleb, deze uitspraken onder ogen hebben gekregen en eindelijk eens geconfronteerd zijn met een tegengeluid! Zelden heb ik om een krantenartikel zo hard moeten lachen.

Blijkbaar als enige. Want hoewel er de afgelopen jaren een hele reeks publicaties is verschenen die afrekenen met de uit het vreugdeloze huwelijk tussen neoliberalisme en calvinisme geboren huidige moraal van ‘werk, werk en nog eens werk’ en er in meer verlichte kringen een soort rehabilitatie van de flierefluiterij en het nietsdoen lijkt plaats te vinden, deed het interview met Van Beijnum hele wolken stof opwaaien. Regionale, landelijke en zelfs buitenlandse kranten berichtten erover. Maar in plaats van in de geïnterviewde een verzetsheld te zien tegen een steeds verder oprukkende, van staatswege opgelegde arbeidsplicht, ontstaken lezers over zijn uitspraken massaal in een razende woede, waaraan zij dankzij websites als GeenStijl.nl en die van De Telegraaf, die onmiddellijk Neerlands onderbuik mobiliseerden, onbelemmerd uiting konden geven. In de meest uitzinnige dreigementen en scheldkanonnades gaven zij te kennen deze ‘uitvreter’ het liefst naar een werkkamp te willen deporteren, dood te willen martelen of eigenhandig een nekschot te willen geven. Kortom, een ware virtuele lynchpartij vond plaats.

De gemeentelijke Sociale Dienst in Van Beijnums woonplaats, druk in de weer met de uitvoering van de richtlijnen uit de nieuwe, aangescherpte, Wet Werk en Bijstand en vol ambitieuze reïntegratiedoelstellingen, beschouwde het interview als een provocatie, die zij niet over haar kant kon laten gaan. Het dossier Van Beijnum, dat al jaren onder op de stapel lag met de aantekening ‘niet reëel aanbod’, werd opgedolven en met prioriteit ter hand genomen. Besloten werd de flierefluiter onmiddellijk aan de regels van de nieuwe wet te onderwerpen, hem in een zogeheten Work First-project te plaatsen en hem te dwingen een contract te tekenen om in een grote fabriekshal zinloze dwangarbeid te verrichten. Van Beijnum weigerde en werd – onder bedreiging van volledige stopzetting bij volharding in zijn weigering - gekort op zijn uitkering. Om verdere problemen te voorkomen besloot onze hardwerkende luiaard een poging te doen van een oude hobby, het vervaardigen van glas-in-loodramen, zijn broodwinning te maken en zich te vestigen als zelfstandig ondernemer. Zelfstandig ondernemer onder dwang dus. En op een wankele economische basis, want of hij voldoende opdrachten zal krijgen om zijn bedrijfje een reële kans te geven is ongewis. Als dank voor zijn medewerking aan een meer arbeidzaam bestaan werd de korting op zijn uitkering hersteld tot aan de datum van aanvang van zijn ondernemerschap, waarmee – mooi meegenomen voor de gemeente - tevens de grond voor het bezwaar dat hij daartegen had ingediend kwam te vervallen.


Of de staat, c.q. een gemeente het recht heeft iemand met een uitkering onder dwang een risicovol ondernemerschap te laten aanvaarden, lijkt mij een kwestie waar juridisch eens goed naar moet worden gekeken. Voorlopig kunnen Neerlands onderbuik en de repressieve krachten echter tevreden zijn: een laatste herinnering aan vroegere, vrijere tijden is gewist, een laatste takje tijm met het onkruid in het vuur geworpen.




Voor een proeve van de ambachtelijke vaardigheden van Gertjan van Beijnum als glas-in-lood kunstenaar: info@glaslicht.nl 

Voor meer informatie over de flierefluiterij:  
http://www.nrc.nl/handelsblad/van/2006/oktober/07/lanterfanterpropaganda-11207093


                                                        
Oorspronkelijk gepubliceerd in: Katholiek Nieuwsblad 1-2-2008, maar daar inmiddels uit het archief verwijderd.

donderdag 23 januari 2014

Goedpraters van Nederlandse mensenrechtenschendingen



Schendingen van mensenrechten vormen een zaak van gewicht in de Nederlandse publieke opinie en de Nederlandse media. Tenminste … zolang ze plaats vinden in Verweggistan. ‘O, o wat is die homofobe Poetin een schurk, laten we zijn winterspelen boycotten!' 'Mogen Saoedi-Arabische vrouwen niet autorijden? Dat kan echt niet!' 'Kinderarbeid in Bangladesh? Schande!'

Dat er niettemin al tien jaar lang op grote schaal verplichte tewerkstelling (‘dwangarbeid’) van bijstandsgerechtigden voorkomt in Nederland zelf, is door belanghebbenden met succes uit de publiciteit gehouden. Deze tewerkstelling werd immers, mede om de armen er voortaan van af te schrikken überhaupt nog een uitkering aan te vragen, reeds geïntroduceerd met de invoering van de Wet Werk en Bijstand door toenmalig staatssecretaris Mark Rutte in 2004. Aanvankelijk (althans op papier) als verplichte reïntegratie, veelal onder de naam Work First, en inmiddels ook in de vorm van ‘verplicht vrijwilligerswerk’, als ‘tegenprestatie’ in ruil voor bijstand. Hoeveel moeite je ook deed de kwestie op de agenda te krijgen: in de mainstream pers en media werd zij domweg genegeerd.


En huidig staatssecretaris ‘grote grutjes’ Klijnsma, die haar gehoor bij voorkeur in kleutertaal en met verkleinwoordjes toespreekt, kon het intrekken van bijstand, het laatste sociale vangnet, als dwangmiddel om uitkeringsgerechtigden te pressen verplichte arbeid te leveren aanduiden als ‘een stokje achter de deur’, waar in werkelijkheid toch echt een maatregel als ‘een ploertendoder’ wordt bedoeld.
Staatssecretaris Klijnsma
Nauwelijks had een grote landelijke krant er eind december jl. eindelijk wel ruime aandacht aan besteed (de Volkskrant, 24-12-13: ‘Schoenen poetsen voor bijstand’) zodat ook in bredere kring niet langer te ontkennen viel dat hier sprake is van een ernstige misstand, of er verscheen een stortvloed aan artikelen waarin de beschreven praktijk op doorzichtige wijze werd vergoelijkt. Een greep uit de namen van de auteurs: VVD-Kamerlid Sjoerd Potters, Frank Kalshoven, directeur van de consultancybureau de ‘Argumentenfabriek’, Henk Strating, directeur van adviesbureau HS Arbeidsvoorwaarden B.V. en nog een bonte stoet van al dan niet met academische titels getooide verdedigers van dwangarbeid voor bijstandsgerechtigden waarop we verder niet zullen ingaan.

Als eerste dus het betoog van VVD-er Sjoerd Potters in NRC-Handelsblad van 6 januari 2014 onder de titel ‘Wie bijstand krijgt, heeft de plicht iets terug te doen’. In dit stuk zegt Potters zich te verbazen over de toch moeilijk weerlegbare constatering van de Groningse hoogleraar sociaal verzekeringsrecht Vonk in het eerder genoemde Volkskrant-artikel, dat ‘het onderscheid tussen criminelen met een taakstraf en bijstandsgerechtigden’ in de steeds verder aangescherpte bijstandswetgeving ‘dreigt te vervagen’.

Volgens Potters, die gemakshalve voorbijgaat aan het feit dat ‘verplichte arbeid’ in internationale mensenrechtenverdragen, waaraan ook Nederland gebonden is, überhaupt verboden is, wordt met de verplichte ‘tegenprestatie’ - die in praktijk veelal zwaar, geestdodend en vernederd werk inhoudt, verricht in dezelfde oranje hesjes die ook taakgestraften dragen - bereikt dat bijstandsontvangers werknemersvaardigheden aanleren (alsof ze die na ontslag na een veelal lange arbeidsloopbaan al niet zouden hebben) en helpt ze de solidariteit tussen de revanchistisch geachte ‘hardwerkende Nederlander’, die de uitkeringen opbrengt, en de bijstandontvanger in stand te houden.

Dat de verplichte arbeid waarmee bijstandontvangers onder de toen nieuwe, inmiddels nog veel verder aangescherpte, bijstandswet worden geconfronteerd nog afstompender is dan het werk dat veroordeelden wordt opgelegd, merkt de Leidse ex-wethouder Paul Bordewijk al op in zijn artikel 'Geen baan, geen inkomen' in Sociaal bestek van 9 februari 2006:  Werk dat mensen als taakstraf krijgen opgelegd is vaak afwisselender dan het werk dat in het kader van work first wordt aangeboden, en dat is verklaarbaar ook: de reclassering wil graag kunnen rapporteren dat taakstraffen worden afgemaakt, terwijl bij work first iedereen die gillend wegloopt eraan bijdraagt dat de [sociale] dienst zijn target haalt." Ook is de duur van een taakstraf gelimiteerd, terwijl een bijstandsgerechtigde in de praktijk - met de officiële wettelijke termijnen wordt overal ongesanctioneerd de hand gelicht - zonder enig perspectief op verbetering van zijn lot doorlopende vernederingen op de werkvloer moet ondergaan.

Dan de moderne sofist Frank Kalshoven, die behalve dat hij directeur is van De Argumentenfabriek ook een wekelijkse economie-column in de Volkskrant heeft, waarin hij zich de afgelopen tijd, naast een fanatiek Marcel van Dam-basher, een fervent voorstander van dwangarbeid voor bijstandsontvangers betoont. Zijn Argumentenfabriek is een commercieel bedrijf dat tegen betaling ‘argumenten’ verzint (fabriceert) voor van alles en nog wat waar zijn klanten hem opdracht voor geven. Als je hem bijvoorbeeld zou vragen een lijstje argumenten te verzinnen bij de stelling ‘Moord kan in bepaalde gevallen gezien worden als een sociale daad en dient dan niet gestraft te worden’ en je betaalt hem daarvoor flink, dan bedenken hij en zijn ‘fabriek’ de argumenten voor je plus een mooie retorisch gewaad om ze in te kleden. Zo ook voor de stelling ‘Dwangarbeid is heilzaam voor bijstandgerechtigden’. Kalshoven spreekt hier duidelijk het woord van hem wiens dikbelegde brood hij eet. Eén van zijn vele grote klanten is immers, naast bijvoorbeeld Delta Lloyd, Philips, Nefarma, KPMG en (let wel) de Volkskrant, ook het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Op de website Opiniestukken tenslotte plaatste consultant Strating op 6 januari jl. een artikel met als kop: ‘De tegenprestatie past in de traditie van Spinoza’. Wat deze wijsgeer met gedwongen arbeid - waarvoor hier opnieuw de eufemistische term ‘tegenprestatie’ wordt gebruikt - voor uitkeringsgerechtigden te maken heeft, blijft in het stuk onduidelijk. Er wordt alleen een niet nader onderbouwde bewering gedaan dat Spinoza zijn filosofie ‘zelfs voor een deel op de Amsterdamse koopmansgeest’ zou hebben gebaseerd en dat ‘tegenprestaties passen bij de koopmansgeest van geven én nemen en daarmee bij de Amsterdamse en Nederlandse traditie’.

Mij lijkt dat gedwongen arbeid en uitbuiting van arme sloebers weliswaar passen bij de Nederlandse koopmansgeest, maar dan vooral bij de traditie en mentaliteit van slavenhandel van de VOC, waarmee onze vorige minister-president zo dweepte.


vrijdag 3 januari 2014

OPEN BRIEF AAN HET NEDERLANDSE PARLEMENT




De geneugten van het Nederlandse oudjaar: gans opgeblazen met vuurwerk bij Maurik: foto Omroep Gelderland



Volksvertegenwoordigers van Nederland, smeedt het ijzer nu het heet is, verbiedt nu eindelijk het consumentenvuurwerk dat ons leven elk jaar maandenlang tot een hel maakt!


Na het zoveelste jaar opeen waarin ons land tijdens de weken rond de jaarwisseling verandert in een vuurwerkhel voor mens en dier doordat er in die tijd hier meer vuurwerk wordt afgestoken dan waar ook ter wereld, er honderden gewonden en zelfs een dode zijn gevallen, en door het steeds zwaarder wordende, niet meer van militaire projectielen te onderscheiden, vuurwerk huizen om de haverklap trillen op hun fundamenten en ruiten rinkelen in hun sponningen, lijkt er in de publieke opinie en bij bestuurders eindelijk een kantelpunt te zijn bereikt. Uit onderzoek blijkt dat een meerderheid van de bevolking vindt dat er een verbod moet komen op consumentenvuurwerk, terwijl ook een toenemend aantal burgemeesters, zoals Jozias van Aartsen van Den Haag, vindt dat het zo niet langer kan.

Op oudejaarsdag is het tegenwoordig – terwijl de herrie al in november is begonnen en nog voortduurt tot zeker half januari – niet één enkele minuut stil om bijvoorbeeld je van angst bijna gek geworden hond even uit te laten. Zijn blaas moet kennelijk ook maar ontploffen. Het welzijn van andere mensen en dieren in huis en in de natuur kan het tuig dat in de dagen rond de jaarwisseling de dienst uitmaakt in de openbare ruimte immers niets schelen. Als zij hun bommen maar elke minuut van de dag kunnen laten knallen! En om te laten zien hoezeer vuurwerk het slechtste in de mens naar boven haalt hebben ze er dit jaar ook nog maar een kat en twee ganzen bij opgeblazen. Een stuk vuurwerk in het achterwerk van het diertje, de lont aansteken en lachen maar!

Daarbij is, zoals gezegd, de explosieve kracht van de afgestoken troep in de loop der jaren zo groot geworden met de introductie van allerlei illegale Cobra’s en Big Boys en hoe die dingen mogen heten, en door het door de autoriteiten oogluikend toestaan in woonwijken van carbidschieten, dat je huis elke keer staat te schudden op zijn fundamenten en je je hele dagen in een regelrechte oorlogszone waant.

Een oogarts meldde vorig jaar op zijn website dat er in Nederland door het gevoerde vuurwerkbeleid ‘meer ogen verloren gaan dan in Syrië: Voor Nederland zou in deze dagen een negatief reisadvies moeten gelden'.

Dit jaar, terwijl er nog steeds niets veranderd is aan het beleid - politici, nog niet op de hoogte van de veranderde stemming, zijn immers bang dat dit hun wel eens stemmen zou kunnen kosten  (over populisme gesproken!) - kwam de Amerikaanse ambassade in Den Haag met een waarschuwing aan Amerikaanse staatsburgers in ons land voor de Nederlandse vuurwerkgewoontes rond de jaarwisseling: Nederlanders nemen het eind december niet zo nauw met de veiligheid van anderen, zo waarschuwt de ambassade. Voetgangers, fietsers en automobilisten moeten er rekening mee houden dat ze bestookt worden met zwaar vuurwerk. Ook kinderen en huisdieren zijn niet veilig.

Het is niet uit te leggen dat een overheid toestaat dat op haar grondgebied drie maanden van het jaar een feitelijke oorlogssituatie heerst, waarin burgers op straat levensgevaarlijke projectielen achterna geworpen kunnen krijgen en dieren wekenlang auditief gemarteld worden, als hun al geen nog erger lot beschoren is. Nederland is wat betreft het vuurwerk minstens even krankzinnig als Amerika met vuurwapens.

Volksvertegenwoordigers van Nederland, smeed het ijzer nu het heet is en neem eindelijk uw verantwoordelijkheid, doe uw populistische collega’s die denken dat het hun stemmen gaat kosten als ze een vuurwerkverbod bepleiten, inzien dat dit hun juist stemmen gaat opleveren, en verlos ons uit deze vuurwerkhel: verbied met onmiddellijke ingang al het consumentenvuurwerk.




zondag 29 december 2013

Een stel gevaarlijke Leidse corpsballen




Eén ding moet je Mark Rutte als politicus nageven: in tegenstelling tot de meeste van zijn collega’s houdt hij zijn woord. In 2006 beloofde hij dat hij de bijstand grotendeels zou afschaffen en voegde er later aan toe dat hij een beleid zou voeren ‘waarbij rechts Nederland zijn vingers aflikt’.

Wie een paar jaar later in de samenleving om zich heen kijkt, kan constateren dat - hoewel het aantal bijstandsuitkeringen als gevolg van de economische crisis en de verkorting van de duur van de WW niet spectaculair gedaald is - de sociale zekerheid in een paar jaar grotendeels is afgebroken, de koning officieel de overgang van de verzorgingsstaat naar de ‘participatiesamenleving’ heeft geproclameerd, en de overheid is teruggesnoeid tot de omvang van een Amerikaanse nachtwakersstaat. Personen jonger dan 27 jaar hebben geen recht meer op bijstand en wie deze uitkering boven die leeftijd aanvraagt wordt geconfronteerd met een maand wachttijd en vervolgens afgeschrikt met een eis tot ‘tegenprestatie’ voor zijn of haar uitkering en een mogelijke verhuisplicht. Kortom, dat alle rechtse dromen helemaal zijn uitgekomen.

Eén dag voor Kerstmis 2013 verscheen in de Volkskrant, als om iedereen die nog hardvochtiger is dan Scrooge te plezieren, het bericht dat uitkeringsgerechtigden in Amsterdam gedwongen worden tot vernederende dwangarbeid.* Een feit dat zich overigens niet alleen in Amsterdam, maar in heel Nederland al jaren voordoet, maar in de met de politiek nauw verbonden mainstream pers nooit eerder werd vermeld.[1]

Om de volledige invoering van deze neoliberale agenda te vergemakkelijken zijn partijgenoten van Rutte de afgelopen tijd gekomen met een hele reeks wetten en voorstellen om niet alleen de sociale zekerheid maar tevens de rechtsstaat af te breken, waaronder drastische verhoging van de griffierechten, zware bezuinigingen op de gesubsidieerde rechtshulp en een met ILO-verdragen strijdige inperking van arbeidsongeschiktheidsaanspraken.

Om de gedupeerde burger het helemaal onmogelijk te maken met enige kans op succes naar de rechter te stappen als zijn grondrechten door de VVD en haar coalitiepartners worden geschonden, werd door VVD-Kamerlid Joost Taverne op 6 september 2012 een wetsvoorstel ingediend - waaraan hij twee jaar had gewerkt - om rechterlijke toetsing van Nederlandse wetten aan internationale verdragen af te schaffen.*** Doel van het wetsvoorstel van deze jonge Leidse jurist is de directe werking van Europese mensenrechtenverdragen te blokkeren door deze afhankelijk te maken van goedkeuring door een parlementaire meerderheid en de politiek dus zichzelf te laten controleren. Zo moet het de rechter onmogelijk gemaakt worden nationale wetten buiten toepassing te verklaren wegens strijd met Europese verdragsbepalingen. Het middel dat de VVD voor dit snode plan wil aanwenden is een aanpassing van de artikelen 93 en 94 van de Grondwet, waarin de directe werking van internationale verdragen wordt geregeld, door daarin de clausule ‘behoudens voor zover bij wet anders is bepaald’ op te nemen.
Joost Taverne met Jort Kelder en een VVD-babe in de PC Hooftstraat


Hiermee borduurt Taverne voort op plannen die werden ontvouwd in een artikel in NRC-Handelsblad van 23 februari 2012 onder de titel ‘Verdragen mogen niet langer rechtstreeks werken’, van de hand van toenmalig VVD-fractievoorzitter Stef Blok, diens kompaan VVD-Kamerlid Klaas Dijkhoff en hemzelf.  En op een stuk van de publicitair uiterst succesvolle jonge Leidse jurist, ‘oikofiel’en Europese Hof-basher Thierry Baudet, eveneens in NRC-Handelsblad (13-11-2010), waarin deze pleitte voor een populistische dictatuur van de meerderheid: ‘Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens vormt een ernstige inbreuk op de democratie’. Later (op 11-12-13) mocht ook een zekere Bastiaan Rijpkema in de Volkskrant nog een duit in dit nationalistische anti-mensenrechtenzakje doen met een opiniestuk getiteld ‘Alsjeblieft niet nóg meer mensenrechten’. Deze Rijpkema bleek ook al gestudeerd te hebben in Leiden, evenals Taverne en Baudet.  
Waarmee wel opvalt hoezeer alumni van de Leidse Rechtenfaculteit zijn oververtegenwoordigd in deze optocht van anti-toetsingsactivisten van VVD-huize. En men zich afvraagt of blogster/promovenda(?) Maria Trepp toch gelijk heeft als zij de Leidse Rechtenfaculteit (Baudet, Cliteur, Kinneging, Ellian) kenschetst als ‘een broedplaats van Nederlands uiterst rechts’, die gelieerd is aan de neoconservatieve Edmund Burke Stichting en ‘een denktank van Geert Wilders’ zou zijn, geïnteresseerd in het opleiden van een nieuwe conservatieve ‘elite’.****

Op 27 november 2013 mocht Taverne zijn wetsvoorstel nogmaals bepleiten in de Volkskrant en besteedde ook de NRC er opnieuw aandacht aan. Weer drie dagen later werd zijn voorstel toegejuicht door Baudet in een opiniestuk op The Post Online: ‘Hoera voor Taverne (VVD): niet méér toetsing, géén toetsing!’

In schril contrast hiermee moest het bericht dat bijstandsgerechtigden tegenwoordig verboden dwangarbeid moeten verrichten in ruil voor hun uitkering vele jaren wachten voor het doordrong tot een grote landelijke krant.

Gelukkig is het wetsvoorstel van Taverne niet alleen boosaardig, maar ook ineffectief,[2] en maakte de VVD zich er in juridisch Nederland ‘onsterfelijk belachelijk’ mee (Joseph Fleuren, docent algemene rechtswetenschap aan de Radboud Universiteit Nijmegen), terwijl daarnaast  zowel de Raad van de Rechtspraak als de Raad van State er uiterst kritisch op reageerden.*****

Conclusie: zowel de VVD-fractie als de Leidse Rechtenfaculteit worden bevolkt door een aantal brallerige corpsballen die weliswaar zichzelf voor schut zetten, maar in potentie niet ongevaarlijk zijn.











[1] Zelf heb ik er wel al in 2007 bekendheid aan proberen te geven in het Katholiek Nieuwsblad in een artikel getiteld ‘Kleerhangers sorteren of creperen’, dat o.a. nog te vinden is op de website van Solidariteit, ** maar dat door de redacties van de Volkskrant, de NRC, Trouw en andere kranten als ‘geen nieuws’ werd beschouwd.


[2] Immers, zelfs als het de VVD zou lukken zowel in de Tweede als de Eerste Kamer de benodigde tweederde meerderheid te vinden voor de grondwetswijziging, zou een aanpassing van genoemde Grondwetsartikelen alleen invloed hebben op nieuwe verdragen (althans in zoverre het geen verdragen betreft uit de tekst waarvan valt op te maken dat deze 'een ieder verbindend' zijn), terwijl de verdragsteksten die een steen des aanstoots vormen voor de VVD (bepalingen over sociaal- en migratierecht) vooral bepalingen zijn uit het EVRM-verdrag, dat al in 1954 is goedgekeurd door de Staten Generaal.
    Verder zijn vergelijkbare mensenrechtennormen sinds het verdrag van Lissabon (2009) ook opgenomen in het grondrechtenhandvest van de EU, waarvan het recht zich geheel onttrekt aan de invloed van de nationale wetgevers en parlementen. En tenslotte ontslaat het ontnemen van rechtstreekse werking aan verdragsbepalingen Nederland niet van de plicht zijn nationale wetgeving in overeenstemming te brengen met de verdragsbepalingen waaraan het hoe dan ook gebonden blijft. Kort samengevat: internationale verdragen gaan boven nationale wetgeving waarvan ook de Grondwet deel uitmaakt. Wijziging daarvan heeft dus geen invloed op de reikwijdte van internationale verdragsbepalingen.






woensdag 27 november 2013

Voorstel Blok c.s. niet alleen boosaardig, maar ook ineffectief


Het voorstel van VVD-fractievoorzitter Stef Blok en de zijnen, dat zij onlangs deden in een artikel in NRC Handelsblad (23-2-12) om via een grondwetswijziging de mensenrechten feitelijk op te heffen in Nederland, maakt deel uit van twee ontwikkelingen in het de laatste jaren door uiterst rechts gedomineerde Nederland.

Hetze tegen Europees Hof

De eerste hiervan is die welke juriste Ties Prakken in haar verontwaardigde reactie op dit artikel het 'anti-mensenrechtendiscours' noemde (NRC 25-2), een in Nederland vooral door de rechtenpromovendus en neoconservatieve columnist Thierry Baudet begonnen, door coalitiepartner VVD verwelkomde, hetze tegen het Europese Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg, dat ervan wordt beschuldigd zijn bevoegdheden te hebben opgerekt en zich schuldig te maken aan ondemocratische praktijken en dat, als het zijn koers niet drastisch wijzigt, maar moet worden opgeheven.

Verontrustend discours

Dat een dergelijk voorstel tot opheffing van het Europese Hof uitgerekend werd gedaan in Nederland, dat bijna het enige land van de EU is waar de nationale rechters wetten ook al niet mogen toetsen aan de Grondwet en geen Constitutioneel Hof bestaat, zodat Europese controle op naleving van de mensenrechten hier dus nog dringender gewenst is dan elders, maakt dit discours des te verontrustender. 

Minimumstraffen

Een tweede ontwikkeling is het heimelijke VVD-streven om te komen tot afschaffing van de rechtsstaat in Nederland om de realisering van zijn neoliberale agenda nog verder te vergemakkelijken. Hiertoe zijn bewindslieden en Kamerleden van deze partij in korte tijd met een hele reeks wetten en voorstellen daartoe gekomen: inperking van de toegang tot het recht door drastische verhoging van de griffierechten (Opstelten), zware bezuinigingen op de gesubsidieerde rechtshulp (Teeven), inperking van de macht van de rechter door invoering van minimumstraffen (Opstelten/Teeven), met ILO-verdragen strijdige inperking arbeidsongeschiktheidsaanspraken, gedwongen tewerkstelling van bijstandsgerechtigden, verhuisplicht werklozen (Kamp/De Krom), voorstel tot schrappen van vrijheid van godsdienst (Hennis), etc., etc.

Snood plan

Om de burger helemaal te beletten met enige kans op succes naar de rechter te kunnen stappen als zijn grondrechten door het door de VVD met zijn coalitie- en zijn gedoogpartner gevoerde beleid worden geschonden, wil VVD-fractievoorzitter Stef Blok nu zelfs de directe werking van Europese mensenrechtenverdragen blokkeren door deze afhankelijk te maken van goedkeuring door een parlementaire meerderheid.

Zo moet het de rechter onmogelijk worden gemaakt nationale wetten buiten toepassing te verklaren wegens strijd met Europese verdragsbepalingen. Het middel dat Blok voor dit snode plan wil aanwenden is een aanpassing van de artikelen 93 en 94 van de Grondwet, waarin de directe werking van internationale verdragen wordt geregeld, door daarin de clausule 'behoudens voor zover bij wet anders is bepaald' op te nemen.

Verdragen gaan voor

Deze vlieger gaat echter niet op. Zelfs niet als het Blok zou lukken hiervoor zowel in de Tweede als de Eerste Kamer de benodigde tweederde meerderheid te vinden. In de eerste plaats zou een aanpassing van genoemde Grondwetsartikelen alleen invloed hebben op nieuwe verdragen (althans in zoverre het geen verdragen betreft uit de tekst waarvan valt op te maken dat deze 'een ieder verbindend' zijn), terwijl de verdragsteksten die een steen des aanstoots vormen voor de VVD (bepalingen over sociaal- en migratierecht) vooral bepalingen zijn uit het EVRM-verdrag, dat al in 1954 is goedgekeurd door de Staten Generaal.

Verder zijn vergelijkbare mensenrechtennormen sinds het verdrag van Lissabon (2009) ook opgenomen in het grondrechtenhandvest van de EU, waarvan het recht zich geheel onttrekt aan de invloed van de nationale wetgevers en parlementen. En tenslotte ontslaat het ontnemen van rechtstreekse werking aan verdragsbepalingen Nederland niet van de plicht zijn nationale wetgeving in overeenstemming te brengen met de verdragsbepalingen waaraan het hoe dan ook gebonden blijft. Kort samengevat: internationale verdragen gaan boven nationale wetgeving waarvan ook de Grondwet deel uitmaakt. Wijziging daarvan heeft dus geen invloed op de reikwijdte van internationale verdragsbepalingen.

Tiranniek

Het voorstel van Stef Blok c.s. is dus niet alleen boosaardig, maar leidt (gelukkig) evenmin tot het door hen beoogde doel. Het is niet meer dan vals geblaf voor de PVV- en VVD-Bühne. Wel legt het de ware aard van de huidige VVD bloot, die onder invloed van Wilders ronduit tirannieke trekken is gaan vertonen.

Artikel gepubliceerd Katholiek Nieuwsblad 5-3-12

Krankzinnig 'oikofiel' wetsvoorstel VVD-er Joost Taverne nogmaals bepleit

Vandaag pleit VVD-kamerlid Joost Taverne is De Volkskrant opnieuw voor een wetsvoorstel dat hij eerder indiende (6-9-12, nr. 33359) om rechterlijke toetsing van Nederlandse wetten aan internationale verdragen af te schaffen en daarmee feitelijk de rechtsstaat op te heffen.

Daarmee borduurt hij voort op een artikel van gelijke strekking van de hand van toenmalig VVD-fractievoorzitter Stef Blok en diens handlanger Klaas Dijkhof in NRC-Handelsblad van 23-2-12. En op een stuk van de populaire neo-nationalist, 'oikofiel' en Europees Hof-basher Thierry Baudet.

Naar aanleiding daarvan een herplaatsing hierboven van een eerdere reactie van het stuk van Blok en een verwijzing naar een reactie op Baudet, genoemd 'Pleidooi voor een dictatuur van de meerderheid', elders op dit blog.