maandag 7 juli 2014

ILO: steeds verdere afbraak sociale zekerheid in EU

Een recente verklaring van de ILO (International Labour Organisation), die de Nederlandse pers bij mijn weten niet gehaald heeft. Ik neem het bericht over van het Vlaamse De Morgen:


 

Afbraak sociaal stelsel dreigt in Europa

03/06/14, 02u38  − Bron: Belga
© thinkstock. 
 
De sociale zekerheid geldt als een fundamenteel mensenrecht. Meer dan tweederde van de wereldbevolking heeft er echter geen toegang toe. En in Europa, het "lichtende voorbeeld", wordt drastisch gesnoeid in het sociale weefsel. In een dinsdag gepubliceerde studie, 'Wereldbericht over sociale zekerheid 2014/2015', waarschuwt de Internationale Arbeidsorganisatie ILO voor een verdere afbraak van het sociale stelsel in de landen van de Europese Unie.
"Samen met de voortdurende werkloosheid, lage lonen en hoge belastingen hebben deze maatregelen tot meer armoede en sociale uitsluiting geleid", stelt de VN-organisatie.

En dan mag de EU-burger nog niet klagen: sociale zekerheid is voor het grootste deel van de wereldbevolking een verre droom. In de EU heeft de sociale afbraak ondertussen "123 miljoen mensen getroffen, 24 procent van de bevolking". Onder hen veel "kinderen, vrouwen, ouderen en gehandicapten".

De ILO wijst er op, dat in veel Europese landen rechtbanken hebben vastgesteld dat de sociale afbraakmechanismen tegen de respectieve grondwetten indruisen.

Om de globale financiële en economische crisis te boven te komen - een crisis die niet aan de burger te wijten was - hebben veel regeringen het kostenplaatje doorgeschoven naar de bevolking, "die het al meer dan vijf jaar moet stellen met minder arbeidsplaatsen en kleinere lonen". Door die ingreep is de crisis enkel maar bestendigd, menen de ILO-deskundigen. "Minder gezinsinkomen leidt tot minder binnenlandse consumptie en naar minder vraag. Dat heeft het economisch herstel vertraagd".

Kortetermijnsdenken
Als reactie op de crisis is uit kortetermijnsdenken gegrepen naar "hervormingen" die de verworvenheden van het naoorlogse Europese sociale model volkomen hebben ondergraven. Dat model stond na de Tweede Wereldoorlog nochtans garant voor vermindering van de armoede en verhoging van de welvaart, kortom tot het ontstaan van een soliede middenklasse.

Andere landen kozen evenwel voor uitbreiding van hun socialezekerheidssystemen en hebben aldus groeistrategieën ontwikkeld. Als leidend voorbeeld voor die strategie noemt de ILO China. Dat land heeft intussen bijna een algeheel pensioenstelsel ontwikkeld en heeft de lonen verhoogd. Ook Brazilië heeft als reactie op de crisis de sociale zekerheid én het minimumloon uitgebreid. Maar op globaal vlak oogt de toekomst nog somber: niet minder dan 73 procent geniet amper of niet van een sociale beveiliging.

De gebrekkige toegang tot sociale vangnetten bij werkloosheid net als na arbeidsongevallen, bij ziekte of invaliditeit of door het moederschap "vormt een enorme horde voor economische en sociale ontwikkeling".

Mensenrecht
Vicedirectrice-generaal van de ILO Sandra Polaski herinnert in het rapport eraan dat de internationale gemeenschap in 1948 de sociale zekerheid en de gezondheidszorg tot fundamentele mensenrechten had uitgeroepen. "In het jaar 2014 is de belofte van een universele sociale bescherming voor de grote meerderheid van de wereldbevolking nog onvervuld". Nochtans, aldus de ILO, heeft de globale ecconomisch-financiële crisis aangetoond dat er een evenredig verband is tussen economische groei en sociale bescherming en dat doordat aldus het gezinsinkomen en, bij uitbreiding, de binnenlandse consumptie in stand wordt gehouden.

In de eerste fase van de crisis, 2008 en 2009, hielden veel landen daar nog rekening mee. Maar sinds 2010 hebben veel regeringen de boeg omgegooid en zijn zij de kaart van de begrotingsconsolidatie en de besparingsmaatregelen beginnen uitspelen, ten koste van de weinig beschermde bevolkingsgroepen.