maandag 30 juni 2014

SP benoemt als enige de naaktheid van de keizer



Afgelopen vrijdag (27-6-14) stond in het Parool* een artikel van het Amsterdamse PvdA-raadslid
Boutkan, waarin deze zich verontwaardigd betoont over het gebruik door de SP van de term ‘dwangarbeid’ voor de verplichte tewerkstelling die bijstandsgerechtigden in Nederland en ook in Amsterdam de laatste jaren weer wordt opgelegd. Iets dat tot het aantreden van de neoliberale kabinetten Balkenende en Rutte sinds de werkverschaffing in de jaren ’30 in Nederland niet meer was voorgekomen.

Boutkan vindt het ‘schandalig en verwerpelijk’ dat de SP verplichte tewerkstelling van bijstandsgerechtigden ‘systematische categoriseert als dwangarbeid’. ‘Verplichte of gedwongen arbeid’ zijn evenwel in internationale, ook door Nederland geratificeerde, mensenrechtenverdragen verboden. ‘Schandalig en verwerpelijk’ zou het dus zijn deze werkelijkheid te ontkennen, zoals Boutkan, de hele PvdA en vrijwel alle andere - eveneens tot het neoliberalisme bekeerde - politieke partijen doen, die deze nieuwe kleren van de keizer nog steeds blijven toejuichen en het jongetje dat roept dat de keizer in zijn blootje loopt, willen bestraffen.

Inderdaad ‘ligt’, in de woorden van Boutkan, ook ‘de directe associatie met ‘slavenarbeid’, ‘Arbeitseinsatz’ en Noord-Koreaanse werkkampen voor de hand’. Lees de artikelen over de gang van zaken bij de dwangarbeidcentra aan de Laarderhoogweg en het voormalige militaire Hembrugterrein er maar eens op na, waar bijstandsontvangers onder sadistische ‘werkmeesters’ onbeschermd worden blootgesteld aan asbest, resten van wapens en explosieven en mogelijk zelfs van mosterdgas.

Maar zelfs al zouden de arbeidsomstandigheden minder onmenselijk zijn: gedwongen tewerkstelling van ontvangers van bijstand, het laatste sociale vangnet, is in elk beschaafd land waar de ‘rule of law’ heerst uit den boze. Dat een (voormalig) sociaal democratische partij als de PvdA dat sinds het ‘afschudden van haar ideologische veren’ en haar neoliberale koers onder Wim Kok niet meer vindt, verklaart ook haar enorme verlies aan stemmen bij de vorige verkiezingen en het feit dat de SP sindsdien de sociaal democratische erfenis bewaakt.

Curieus in het betoog van Boutkan is de verwijzing naar zijn grootvader, die hij prijst vanwege het feit dat hij er tijdens WOII ‘alles aan heeft gedaan om niet te werk gesteld te worden in Duitsland’. Dat niet een bezettingsmacht maar hun eigen overheid de huidige bijstandsgerechtigden onder dwang te werk stelt, vindt hij niettemin prima. Hoe grote tegenstrijdigheden kan één brein bevatten?

Ik hoop in ieder geval van harte dat bij de SP, die in de recente coalitie-onderhandelingen in Amsterdam de afschaffing van de ‘tegenprestatie’ voor een uitkering heeft binnengehaald, de oproep van Boutkan eenzelfde ideologisch verraad te plegen als dat wat de ondergang van de PvdA heeft veroorzaakt, op dorre steengrond valt.

Verder verwijs ik naar een eerder artikel over deze problematiek van mijn hand, dat onder de titel Goedpraters van Nederlandse mensenrechtenschendingen onder meer te vinden is op de website Sargasso:

http://sargasso.nl/goedpraters-van-nederlandse-mensenrechtenschendingen/



zaterdag 21 juni 2014

Wij gaan nooit meer naar school, maar lekker naar het 'centrum'



Naast mijn huis staat/stond een basisschool die deel uitmaakt van een grote groep van meer dan twintig scholen waarover een soort supermanager, ‘bovenschools directeur’ geheten, de scepter zwaait. Samen met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft de vereniging van schoolleiders recentelijk bedacht dat het weer eens tijd is voor een onderwijsvernieuwing en heeft zij daar succesvol voor weten te lobbyen.

Deze keer betreft de vernieuwing dus niet het voortgezet onderwijs, waar een groot aantal ondoordachte onderwijsvernieuwingen uiteindelijk heeft geleid heeft tot een parlementaire enquête door de commissie Dijsselbloem, met als conclusie dat het nu eindelijk eens afgelopen moet zijn met al dat ge-vernieuw waarbij de kwaliteit van het onderwijs op de achtergrond is geraakt, maar het primaire onderwijs, waar ook al sinds jaar en dag de ene verandering over de andere buitelt. Achtereenvolgens hebben we te maken gehad met de lagere school, de basisschool, de brede school voor primair onderwijs en nu, terwijl het modieuze concept van de ‘brede school’ (een uit de VS overgewaaide vorm waarin onderwijs vermengd wordt met welzijnswerk) nog niet eens bezonken is, schieten overal in Nederland  - en dus ook tegenover mijn huis - opeens weer ‘kindcentra’ als paddestoelen uit de grond.

Een kindcentrum biedt onderwijs en opvang aan kinderen van 0 (nul !) tot 12 jaar en is de gehele dag en het hele jaar open, combineert onder één dak het geven van basisonderwijs met een kinderdagverblijf en met ruimte voor voor-, tussen- en naschoolse opvang, en geeft beide ouders van het bezoekende kind zo de kans onbelemmerd fulltime te werken, zoals de overheid dat graag ziet. Tegelijk wordt zo het anti-emancipatoire schrikbeeld van de niet-werkende moeder die na schooltijd met een kopje thee op haar kind wacht, voorgoed naar de nevelen der geschiedenis verdreven.

Eén van de kenmerken van de huidige onderwijsvernieuwing is dat kinderen nu vrijwel vanaf hun geboorte terecht kunnen op wat tot voor kort ‘school’ heette. De plaatselijke krant berichtte dat vanwege de toevoeging van ruimten voor een peuterspeelzaal en voor buitenschoolse opvang onder hetzelfde dak de naam ‘school’ dan ook uit ons vocabulaire wordt geschrapt en deze vanaf nu ‘kindcentrum’ gaat heten. Voor het eerst in eeuwen gaan kinderen straks dus niet meer naar school, maar naar een ‘centrum’.
Vanaf het moment dat het kind daar kort na zijn geboorte zijn entree maakt, zal het tot aan zijn pensioen, waarvan de leeftijd ook steeds verder wordt opgetrokken, zijn vrijheid kwijt zijn, aan allerlei eisen moeten voldoen en in de maatschappelijke tredmolen meelopen. Al heel vroeg zal het zich staande moeten houden in grote groepen huilende en krijsende leeftijdgenootjes en blootgesteld worden aan  prestatiedwang, want in plaats van onbekommerd ouderwets te mogen spelen, moet het zo vroeg mogelijk ‘schoolrijp’gemaakt worden door middel van wat genoemd wordt ‘spelend leren’, waarbij de nadruk ligt op het vroegtijdig ontwikkelen van cognitieve vaardigheden en dan met name op de mathematische en linguïstische onderdelen daarvan.

Is de term 'kindcentratiekamp' eigenlijk niet geschikter voor zo'n plek waar de ongelukkige kinderen van  'hardwerkende Nederlanders' die geen tijd voor hen hebben al vrijwel vanaf de dag van hun geboorte gedrild worden nog productievere werknemers dan hun reeds volstrekt gestresste ouders te worden en in een leven zonder vrijheid en vreugde verworden tot louter kanonnenvoer voor de economie? Ik ben althans blij dat ik met mijn geboorte in de goede oude jaren ’50 die dans in ieder geval ben ontsprongen.

Weliswaar blijft de huidige leerplichtleeftijd van vijf jaar bestaan, maar er zal niet alleen sociale druk ontstaan op ouders om hun kinderen toch reeds voor die leeftijd bij zo’n kindcentrum aan te melden, ook zal het moeilijker worden een basisschool te vinden als een kind de voorschool niet heeft bezocht omdat dit een aantekening oplevert in het big brother-dossier dat tegenwoordig van alle kinderen wordt bijgehouden (het ‘digitale kinddossier’). In feite ontstaat er zo een officieuze ‘peuterleerplicht’ bovenop de bestaande leerplicht.

Niet alleen de eraan onderworpen kinderen ondervinden nadeel van deze zoveelste vernieuwing, ook de samenleving als geheel wordt er – net als bij veel van die eerdere ondoordachte onderwijsvernieuwingen - niet beter van. Onderzoek heeft immers aangetoond dat kinderen door gedwongen omgang met grote groepen leeftijdgenootjes geen goed sociaal gedrag leren vertonen en dat hierdoor zelfs hun empathieontwikkeling gevaar loopt, waardoor zij zich op latere leeftijd ongemanierder en egoïstischer gaan gedragen. Als er iets is waar onze toch al door toenemende verhuftering en korte lontjes gekenmerkte samenleving niet op zit te wachten, is het wel een onderwijsvernieuwing die deze trend nog verder versterkt.

Tot de gedupeerden van de laatste onderwijsvernieuwing behoren echter niet alleen de steeds vroeger van hun vrijheid en spel beroofde kinderen en de door een toenemend aantal aso’s overspoelde samenleving als geheel, maar ook de reeds eerder zwaar beproefde omwonenden van scholen. Werd hun reeds door toenmalig milieustaatssecretaris Cramer (PvdA) elke bescherming tegen geluidsoverlast ontnomen door haar besluit dat vanaf 1 januari 2010 geluidsnormen niet langer gelden voor schoolpleinen en kinderspeelplaatsen, nu wordt de overlast nog verder opgevoerd.

Door de schoolleeftijd te verlagen neemt immers niet alleen het aantal leerlingen per school/centrum toe, maar eveneens het aantal decibellen dat de school met haar buitenspelende kinderen produceert en ook de, toch al zeer lange, duur van deze overlast. Want niet alleen het aantal dagelijkse uren neemt toe, ook het aantal maanden waarin de school open is als gevolg van de introductie van  zogenaamde ‘flexibele vakanties’ in de ‘kindcentra’. Zelfs de zomervakantie, de enige tijd van het jaar waarin omwonenden konden verademen bij tijdelijke afwezigheid van het massale geschreeuw, gekrijs en gehuil van hun buur, wordt, uiteraard weer uit vooral economische motieven, afgeschaft. Er wordt dan weliswaar geen onderwijs gegeven, maar de afdeling kinderopvang blijft gewoon open.

Het zal echter wel weer gaan als altijd: ook al is iedereen er slechter mee af, een succesvolle lobby weegt in politiek Den Haag zwaarder dan het algemeen belang.


donderdag 5 juni 2014

ChristenUnie encanailleert zich met asociale Drentse fruitteler


De Drentse fruit- en aspergeteler Henk Sturing, die een fortuin verdient aan de verplichte tewerkstelling van gemeentelijke bijstandsontvangers, is lid van de ChristenUnie Midden-Drenthe, en naar verluid ook ouderling. Zijn bedrijf wordt door zijn partij, die deel uitmaakt van het plaatselijke college van B&W, gezien als “een belangrijk ‘leerwerkcentrum’, waar inwoners van onze gemeente worden begeleid in hun traject naar de arbeidsmarkt”.

Die inwoners zijn uiteraard niet alle inwoners van de gemeente, maar de plaatselijke sloebers, de bijstandsgerechtigden, die onbetaald moeten werken op het landbouwbedrijf van Sturing, en ook allerlei andere klusje moeten doen, waaronder het werken met kettingzagen en met chemicaliën en asbest zonder beschermende kleding te dragen. Vorig jaar deed de Arbeidsinspectie vanwege misstanden nog een inval op het bedrijf. Als zijn slachtoffers niet onmiddellijk doen wat Sturing ze opdraagt, worden ze rigoureus op hun uitkering gekort door de gemeente.

Eén van de door de gemeente gekorte personen, die al 11 maanden geen uitkering meer heeft ontvangen en een rechtszaak heeft aangespannen tegen de gemeente, kreeg van VVD-burgemeester Jan Broertjes het aanbod een groot deel (!) van haar gederfde uitkering te zullen terugkrijgen als ze zou stoppen met haar juridische procedure en verder de publiciteit zou mijden, die ze inmiddels had gezocht. Ondanks het aanbieden van dit zwijggeld - een vorm van corruptie en machtsmisbruik - waarvan de wakkere gedupeerde bijstandsgerechtigde door haar raadsman een geluidsopname had laten maken, mocht de burgemeester van de gemeenteraad van Midden-Drenthe aan het slot van een in verband met de kwestie belegde vergadering, gewoon blijven zitten.

Ondertussen trakteerde de fractie van de CU Midden-Drenthe doodleuk deelnemers van de Drentse rijwielroute vorig jaar en het jaar daarvoor, toen deze praktijken ook al gaande waren, op aardbeien van de firma Sturing, met prikkertjes met het logo van de partij erop.

Wie in Drenthe moet werken op het landbouwbedrijf van dit lid van de ChristenUnie, dat de volle steun geniet van de partij van zijn eigenaar, werkt niet bepaald in de wijngaard des Heren.

Zie voor berichtgeving over de misstanden in de sociale zekerheid in Midden-Drenthe onder meer de reportage van de regionale omroep RTV Drenthe:
http://www.rtvdrenthe.nl/nieuws/kamervragen-over-misstanden-bij-sociale-dienst-midden-drenthe


Een aardig vervolg op dit verhaal is te lezen in het Dagblad van het Noorden van 23-3-2015,
waarnaar hier de link:  http://www.dvhn.nl/nieuws/drenthe/fruitteler-klem-door-verzinsels-12375623.html

maandag 2 juni 2014

Een poging tot opheffing van het instituut Nationale Ombudsman



De Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken heeft vorige week de huidige directeur van de ANWB, Guido van Woerkom, voorgedragen als de nieuwe Nationale Ombudsman, opvolger van Alex Brennikmeijer, die in december zijn functie neerlegde. Van Woerkom is de enige kandidaat.

Taak van de Nationale Ombudsman is het onderzoeken van klachten van burgers over onbehoorlijk overheidsoptreden. Voor een goede uitoefening van deze taak is het dus van belang dat de Ombudsman een onafhankelijk oordeel durft te vellen, kritisch is en boven de partijen staat. Alex Brenninkmeijer was zo iemand. Door deze houding heeft hij zich niet geliefd gemaakt bij de VVD en de PVV, en eerder al bij voormalig CDA-premier Balkenende, waar men liever de stroopkwast gehanteerd ziet worden door de Ombudsman.

Doel van de benoeming lijkt dan ook vooral te zijn het voorkomen dat opnieuw een kritische, onafhankelijke geest als Brenninkmeijer de functie gaat bekleden.

De Marokkaanse gemeenschap is een actie gestart tegen de benoeming van Van Woerkom als Nationale Ombudsman omdat deze in het verleden – in grote tegenstelling tot zijn voorganger die het politieke klimaat in het huidige Nederland discriminatoir noemde – zelf een discriminerende opmerking heeft gemaakt over Marokkaanse taxichauffeurs en daarom geen Ombudsman van alle Nederlanders zou kunnen zijn.

Maar ook als niet-Marokkaanse Nederlander kan men bedenkingen hebben tegen de voorgenomen benoeming. Van Woerkom is weliswaar afgestudeerd in de rechten, maar toch vooral een lobbyist voor de autobranche, iemand uit het bedrijsleven en een VVD-prominent uit Oegstgeest, in welke functies hij vooral een polderaar was, een man van het compromis, die goede connecties heeft met de politiek, maar die waarschijnlijk onvoldoende kritisch is om deze waar nodig op de vingers te tikken. Uit zijn activiteiten tot nog toe valt ook geen enkele belangstelling voor burgerrechten of politiek engagement af te lezen.

Zijn benoeming op deze post zal dan ook waarschijnlijk de feitelijk opheffing van het instituut Nationale Ombudsman betekenen. In ieder geval voor de komende zes jaar. En weer een stap in de richting van Ruttes neoliberale dictatuur.