zaterdag 21 juni 2014

Wij gaan nooit meer naar school, maar lekker naar het 'centrum'



Naast mijn huis staat/stond een basisschool die deel uitmaakt van een grote groep van meer dan twintig scholen waarover een soort supermanager, ‘bovenschools directeur’ geheten, de scepter zwaait. Samen met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft de vereniging van schoolleiders recentelijk bedacht dat het weer eens tijd is voor een onderwijsvernieuwing en heeft zij daar succesvol voor weten te lobbyen.

Deze keer betreft de vernieuwing dus niet het voortgezet onderwijs, waar een groot aantal ondoordachte onderwijsvernieuwingen uiteindelijk heeft geleid heeft tot een parlementaire enquête door de commissie Dijsselbloem, met als conclusie dat het nu eindelijk eens afgelopen moet zijn met al dat ge-vernieuw waarbij de kwaliteit van het onderwijs op de achtergrond is geraakt, maar het primaire onderwijs, waar ook al sinds jaar en dag de ene verandering over de andere buitelt. Achtereenvolgens hebben we te maken gehad met de lagere school, de basisschool, de brede school voor primair onderwijs en nu, terwijl het modieuze concept van de ‘brede school’ (een uit de VS overgewaaide vorm waarin onderwijs vermengd wordt met welzijnswerk) nog niet eens bezonken is, schieten overal in Nederland  - en dus ook tegenover mijn huis - opeens weer ‘kindcentra’ als paddestoelen uit de grond.

Een kindcentrum biedt onderwijs en opvang aan kinderen van 0 (nul !) tot 12 jaar en is de gehele dag en het hele jaar open, combineert onder één dak het geven van basisonderwijs met een kinderdagverblijf en met ruimte voor voor-, tussen- en naschoolse opvang, en geeft beide ouders van het bezoekende kind zo de kans onbelemmerd fulltime te werken, zoals de overheid dat graag ziet. Tegelijk wordt zo het anti-emancipatoire schrikbeeld van de niet-werkende moeder die na schooltijd met een kopje thee op haar kind wacht, voorgoed naar de nevelen der geschiedenis verdreven.

Eén van de kenmerken van de huidige onderwijsvernieuwing is dat kinderen nu vrijwel vanaf hun geboorte terecht kunnen op wat tot voor kort ‘school’ heette. De plaatselijke krant berichtte dat vanwege de toevoeging van ruimten voor een peuterspeelzaal en voor buitenschoolse opvang onder hetzelfde dak de naam ‘school’ dan ook uit ons vocabulaire wordt geschrapt en deze vanaf nu ‘kindcentrum’ gaat heten. Voor het eerst in eeuwen gaan kinderen straks dus niet meer naar school, maar naar een ‘centrum’.
Vanaf het moment dat het kind daar kort na zijn geboorte zijn entree maakt, zal het tot aan zijn pensioen, waarvan de leeftijd ook steeds verder wordt opgetrokken, zijn vrijheid kwijt zijn, aan allerlei eisen moeten voldoen en in de maatschappelijke tredmolen meelopen. Al heel vroeg zal het zich staande moeten houden in grote groepen huilende en krijsende leeftijdgenootjes en blootgesteld worden aan  prestatiedwang, want in plaats van onbekommerd ouderwets te mogen spelen, moet het zo vroeg mogelijk ‘schoolrijp’gemaakt worden door middel van wat genoemd wordt ‘spelend leren’, waarbij de nadruk ligt op het vroegtijdig ontwikkelen van cognitieve vaardigheden en dan met name op de mathematische en linguïstische onderdelen daarvan.

Is de term 'kindcentratiekamp' eigenlijk niet geschikter voor zo'n plek waar de ongelukkige kinderen van  'hardwerkende Nederlanders' die geen tijd voor hen hebben al vrijwel vanaf de dag van hun geboorte gedrild worden nog productievere werknemers dan hun reeds volstrekt gestresste ouders te worden en in een leven zonder vrijheid en vreugde verworden tot louter kanonnenvoer voor de economie? Ik ben althans blij dat ik met mijn geboorte in de goede oude jaren ’50 die dans in ieder geval ben ontsprongen.

Weliswaar blijft de huidige leerplichtleeftijd van vijf jaar bestaan, maar er zal niet alleen sociale druk ontstaan op ouders om hun kinderen toch reeds voor die leeftijd bij zo’n kindcentrum aan te melden, ook zal het moeilijker worden een basisschool te vinden als een kind de voorschool niet heeft bezocht omdat dit een aantekening oplevert in het big brother-dossier dat tegenwoordig van alle kinderen wordt bijgehouden (het ‘digitale kinddossier’). In feite ontstaat er zo een officieuze ‘peuterleerplicht’ bovenop de bestaande leerplicht.

Niet alleen de eraan onderworpen kinderen ondervinden nadeel van deze zoveelste vernieuwing, ook de samenleving als geheel wordt er – net als bij veel van die eerdere ondoordachte onderwijsvernieuwingen - niet beter van. Onderzoek heeft immers aangetoond dat kinderen door gedwongen omgang met grote groepen leeftijdgenootjes geen goed sociaal gedrag leren vertonen en dat hierdoor zelfs hun empathieontwikkeling gevaar loopt, waardoor zij zich op latere leeftijd ongemanierder en egoïstischer gaan gedragen. Als er iets is waar onze toch al door toenemende verhuftering en korte lontjes gekenmerkte samenleving niet op zit te wachten, is het wel een onderwijsvernieuwing die deze trend nog verder versterkt.

Tot de gedupeerden van de laatste onderwijsvernieuwing behoren echter niet alleen de steeds vroeger van hun vrijheid en spel beroofde kinderen en de door een toenemend aantal aso’s overspoelde samenleving als geheel, maar ook de reeds eerder zwaar beproefde omwonenden van scholen. Werd hun reeds door toenmalig milieustaatssecretaris Cramer (PvdA) elke bescherming tegen geluidsoverlast ontnomen door haar besluit dat vanaf 1 januari 2010 geluidsnormen niet langer gelden voor schoolpleinen en kinderspeelplaatsen, nu wordt de overlast nog verder opgevoerd.

Door de schoolleeftijd te verlagen neemt immers niet alleen het aantal leerlingen per school/centrum toe, maar eveneens het aantal decibellen dat de school met haar buitenspelende kinderen produceert en ook de, toch al zeer lange, duur van deze overlast. Want niet alleen het aantal dagelijkse uren neemt toe, ook het aantal maanden waarin de school open is als gevolg van de introductie van  zogenaamde ‘flexibele vakanties’ in de ‘kindcentra’. Zelfs de zomervakantie, de enige tijd van het jaar waarin omwonenden konden verademen bij tijdelijke afwezigheid van het massale geschreeuw, gekrijs en gehuil van hun buur, wordt, uiteraard weer uit vooral economische motieven, afgeschaft. Er wordt dan weliswaar geen onderwijs gegeven, maar de afdeling kinderopvang blijft gewoon open.

Het zal echter wel weer gaan als altijd: ook al is iedereen er slechter mee af, een succesvolle lobby weegt in politiek Den Haag zwaarder dan het algemeen belang.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten