zondag 29 december 2013

Een stel gevaarlijke Leidse corpsballen




Eén ding moet je Mark Rutte als politicus nageven: in tegenstelling tot de meeste van zijn collega’s houdt hij zijn woord. In 2006 beloofde hij dat hij de bijstand grotendeels zou afschaffen en voegde er later aan toe dat hij een beleid zou voeren ‘waarbij rechts Nederland zijn vingers aflikt’.

Wie een paar jaar later in de samenleving om zich heen kijkt, kan constateren dat - hoewel het aantal bijstandsuitkeringen als gevolg van de economische crisis en de verkorting van de duur van de WW niet spectaculair gedaald is - de sociale zekerheid in een paar jaar grotendeels is afgebroken, de koning officieel de overgang van de verzorgingsstaat naar de ‘participatiesamenleving’ heeft geproclameerd, en de overheid is teruggesnoeid tot de omvang van een Amerikaanse nachtwakersstaat. Personen jonger dan 27 jaar hebben geen recht meer op bijstand en wie deze uitkering boven die leeftijd aanvraagt wordt geconfronteerd met een maand wachttijd en vervolgens afgeschrikt met een eis tot ‘tegenprestatie’ voor zijn of haar uitkering en een mogelijke verhuisplicht. Kortom, dat alle rechtse dromen helemaal zijn uitgekomen.

Eén dag voor Kerstmis 2013 verscheen in de Volkskrant, als om iedereen die nog hardvochtiger is dan Scrooge te plezieren, het bericht dat uitkeringsgerechtigden in Amsterdam gedwongen worden tot vernederende dwangarbeid.* Een feit dat zich overigens niet alleen in Amsterdam, maar in heel Nederland al jaren voordoet, maar in de met de politiek nauw verbonden mainstream pers nooit eerder werd vermeld.[1]

Om de volledige invoering van deze neoliberale agenda te vergemakkelijken zijn partijgenoten van Rutte de afgelopen tijd gekomen met een hele reeks wetten en voorstellen om niet alleen de sociale zekerheid maar tevens de rechtsstaat af te breken, waaronder drastische verhoging van de griffierechten, zware bezuinigingen op de gesubsidieerde rechtshulp en een met ILO-verdragen strijdige inperking van arbeidsongeschiktheidsaanspraken.

Om de gedupeerde burger het helemaal onmogelijk te maken met enige kans op succes naar de rechter te stappen als zijn grondrechten door de VVD en haar coalitiepartners worden geschonden, werd door VVD-Kamerlid Joost Taverne op 6 september 2012 een wetsvoorstel ingediend - waaraan hij twee jaar had gewerkt - om rechterlijke toetsing van Nederlandse wetten aan internationale verdragen af te schaffen.*** Doel van het wetsvoorstel van deze jonge Leidse jurist is de directe werking van Europese mensenrechtenverdragen te blokkeren door deze afhankelijk te maken van goedkeuring door een parlementaire meerderheid en de politiek dus zichzelf te laten controleren. Zo moet het de rechter onmogelijk gemaakt worden nationale wetten buiten toepassing te verklaren wegens strijd met Europese verdragsbepalingen. Het middel dat de VVD voor dit snode plan wil aanwenden is een aanpassing van de artikelen 93 en 94 van de Grondwet, waarin de directe werking van internationale verdragen wordt geregeld, door daarin de clausule ‘behoudens voor zover bij wet anders is bepaald’ op te nemen.
Joost Taverne met Jort Kelder en een VVD-babe in de PC Hooftstraat


Hiermee borduurt Taverne voort op plannen die werden ontvouwd in een artikel in NRC-Handelsblad van 23 februari 2012 onder de titel ‘Verdragen mogen niet langer rechtstreeks werken’, van de hand van toenmalig VVD-fractievoorzitter Stef Blok, diens kompaan VVD-Kamerlid Klaas Dijkhoff en hemzelf.  En op een stuk van de publicitair uiterst succesvolle jonge Leidse jurist, ‘oikofiel’en Europese Hof-basher Thierry Baudet, eveneens in NRC-Handelsblad (13-11-2010), waarin deze pleitte voor een populistische dictatuur van de meerderheid: ‘Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens vormt een ernstige inbreuk op de democratie’. Later (op 11-12-13) mocht ook een zekere Bastiaan Rijpkema in de Volkskrant nog een duit in dit nationalistische anti-mensenrechtenzakje doen met een opiniestuk getiteld ‘Alsjeblieft niet nóg meer mensenrechten’. Deze Rijpkema bleek ook al gestudeerd te hebben in Leiden, evenals Taverne en Baudet.  
Waarmee wel opvalt hoezeer alumni van de Leidse Rechtenfaculteit zijn oververtegenwoordigd in deze optocht van anti-toetsingsactivisten van VVD-huize. En men zich afvraagt of blogster/promovenda(?) Maria Trepp toch gelijk heeft als zij de Leidse Rechtenfaculteit (Baudet, Cliteur, Kinneging, Ellian) kenschetst als ‘een broedplaats van Nederlands uiterst rechts’, die gelieerd is aan de neoconservatieve Edmund Burke Stichting en ‘een denktank van Geert Wilders’ zou zijn, geïnteresseerd in het opleiden van een nieuwe conservatieve ‘elite’.****

Op 27 november 2013 mocht Taverne zijn wetsvoorstel nogmaals bepleiten in de Volkskrant en besteedde ook de NRC er opnieuw aandacht aan. Weer drie dagen later werd zijn voorstel toegejuicht door Baudet in een opiniestuk op The Post Online: ‘Hoera voor Taverne (VVD): niet méér toetsing, géén toetsing!’

In schril contrast hiermee moest het bericht dat bijstandsgerechtigden tegenwoordig verboden dwangarbeid moeten verrichten in ruil voor hun uitkering vele jaren wachten voor het doordrong tot een grote landelijke krant.

Gelukkig is het wetsvoorstel van Taverne niet alleen boosaardig, maar ook ineffectief,[2] en maakte de VVD zich er in juridisch Nederland ‘onsterfelijk belachelijk’ mee (Joseph Fleuren, docent algemene rechtswetenschap aan de Radboud Universiteit Nijmegen), terwijl daarnaast  zowel de Raad van de Rechtspraak als de Raad van State er uiterst kritisch op reageerden.*****

Conclusie: zowel de VVD-fractie als de Leidse Rechtenfaculteit worden bevolkt door een aantal brallerige corpsballen die weliswaar zichzelf voor schut zetten, maar in potentie niet ongevaarlijk zijn.











[1] Zelf heb ik er wel al in 2007 bekendheid aan proberen te geven in het Katholiek Nieuwsblad in een artikel getiteld ‘Kleerhangers sorteren of creperen’, dat o.a. nog te vinden is op de website van Solidariteit, ** maar dat door de redacties van de Volkskrant, de NRC, Trouw en andere kranten als ‘geen nieuws’ werd beschouwd.


[2] Immers, zelfs als het de VVD zou lukken zowel in de Tweede als de Eerste Kamer de benodigde tweederde meerderheid te vinden voor de grondwetswijziging, zou een aanpassing van genoemde Grondwetsartikelen alleen invloed hebben op nieuwe verdragen (althans in zoverre het geen verdragen betreft uit de tekst waarvan valt op te maken dat deze 'een ieder verbindend' zijn), terwijl de verdragsteksten die een steen des aanstoots vormen voor de VVD (bepalingen over sociaal- en migratierecht) vooral bepalingen zijn uit het EVRM-verdrag, dat al in 1954 is goedgekeurd door de Staten Generaal.
    Verder zijn vergelijkbare mensenrechtennormen sinds het verdrag van Lissabon (2009) ook opgenomen in het grondrechtenhandvest van de EU, waarvan het recht zich geheel onttrekt aan de invloed van de nationale wetgevers en parlementen. En tenslotte ontslaat het ontnemen van rechtstreekse werking aan verdragsbepalingen Nederland niet van de plicht zijn nationale wetgeving in overeenstemming te brengen met de verdragsbepalingen waaraan het hoe dan ook gebonden blijft. Kort samengevat: internationale verdragen gaan boven nationale wetgeving waarvan ook de Grondwet deel uitmaakt. Wijziging daarvan heeft dus geen invloed op de reikwijdte van internationale verdragsbepalingen.