zondag 29 november 2015

O kerstdag, zwarter dan de nachten



Op het moment dat ik dit stukje schrijf is het pas november, maar begint het niettemin al weer duidelijk voelbaar te worden: het feestdagengelazer komt er weer aan. Brievenbussen die niet het voorbehoedsmiddel van de nee-sticker gebruiken, worden door de middenstand weer volgepropt met de, vooral op kinderen gerichte, catalogi der hebzucht. Je bent gedwongen je noodzakelijke boodschappen te doen in mistroostige nieuwbouwwinkelcentra vol Sinterklaas- en Kerstmuzak, en honden en katten duiken van tijd tot tijd al weer bevend en jankend onder banken, bureaus en in andere schuilhoeken vanwege het geknal van vuurwerk, waarvan het afsteken in Nederland als enige onder de omringende landen aan particuliere pubertjes wordt overgelaten en dat, zoals in dat geval te verwachten, van oktober/november tot eind januari onophoudelijk voortduurt. Leefbaarheid staat immers onderaan het prioriteitenlijstje van onze volksvertegenwoordigers, evenals begrip voor de trauma’s voor vluchtelingen uit oorlogsgebieden en voor de paniek die in het na de aanslagen in Parijs heersende klimaat van angst door het afsteken van vuurwerk gemakkelijk kan ontstaan.

Nog even en we worden door de nieuwslezers weer plichtsgetrouw geïnformeerd over de gevolgen van de na de crisis mogelijk weer aantrekkende economie op de, op hun redacties kennelijk jaar na jaar van eminent belang geachte, sinterklaasverkopen. En langzaam dalen we weer af naar de diepste cirkels van de decemberhel, de kerstdagen, dat nimmer falende, gruwelijke recept voor neerslachtigheid, verveling en nodeloos bewust gemaakte existentiële eenzaamheid; dat onneembare bastion van familiaal egocentrisme en verstikkende zelfgenoegzaamheid, in het kader waarvan men zich wekenlang uitsluitend richt op de eigen kneuterkring, met volledige buitensluiting van heel de wereld, die in deze periode dan ook geheel lijkt op te houden te bestaan. Wie het eind december in zijn hoofd zou halen als vreemdeling ergens aan te bellen, zou de be-kerstkranste deur in zijn gezicht dichtgeslagen zien, ook al is het de Nederlander bij ongeschreven wet verboden met kerstmis alleen te zijn, zoals commercie en media niet nalaten ons in te peperen. Wer jetzt kein Haus hat dient zich desnoods door de meest zouteloze types aan de, onder zware stress bereide en temidden van eindelijk tot uitbarsting komende familieruzies opgediende, kerstdis te laten inviteren.

Men kan eigenlijk maar één ding doen om zich aan de tirannie van eland en engelenhaar te onttrekken: de gordijnen sluiten en onderduiken onder de dekens. En bovenal: tijdens de kerstdagen, op straffe van een acute depressie, vooral geen radio of televisie aanzetten: die ondernemen in deze periode serieuze pogingen hun gebruikelijke inhoudsloosheid nog verder te overtreffen en daarmee nog ‘gezelliger’ te zijn dan anders met speciaal voor dat doel gekweekte zogeheten Bekende Nederlanders in een infernale ambiance van sparren en geglitter. Haal liever dat dikke boek uit de kast, dat je al jaren eens wilt lezen. Als je het uit hebt, zal je geest verkwikt zijn, de zevenentwintigste haast ongemerkt aangebroken en kerstmis verdwenen als een spook bij zonsopkomst; als de nachtmerrie, die je als kind bezocht, bij de aanblik van je vertrouwde teddybeer. Alleen met oud en nieuw nog even een stukje de grens over om het zenuwstelsel van je hond of kat te sparen en een vers jaar ligt weer voor je open.

Laten we for Christ’s sake het kerstfeest, nu het al decennialang verworden is tot niets dan een jaarlijks terugkerende bezoeking van wansmaak, spilzucht en psychische ontreddering op epidemische schaal, eindelijk afschaffen: de commercie en de glitterboys van de media hebben deze slag definitief gewonnen en eind december hun dorre land gevestigd! Lang leve de paashaas met zijn dartele sprongen door het malse gras van de nieuwe lente.



donderdag 19 november 2015

Aanslagen in Parijs of niet, Nederlandse vuurwerkterreur gaat gewoon door



Over een kleine anderhalve maand is het weer oudejaarsavond. Dat betekent dat er al weer volop knalvuurwerk tot ontploffing wordt gebracht en de driemaandelijkse vuurwerkhel voor mens en dier die in Nederland elk jaar ontstaat weer vorm begint te krijgen.

Het is hier te lande immers ‘traditie’ dat er vanaf november tot zeker half januari, dus zo’n drie maanden van het jaar, meer vuurwerk wordt afgeschoten dan waar ook ter wereld, dat er honderden gewonden en soms zelfs doden vallen door steeds zwaar wordend, niet meer van militaire projectielen te onderscheiden vuurwerk. De overheid staat daarbij toe dat er in die periode op haar grondgebied een feitelijke oorlogssituatie heerst, waarin burgers op straat levensgevaarlijke projectielen achterna geworpen kunnen krijgen en dieren wekenlang auditief gemarteld worden – als hun al geen nog erger lot is beschoren.

Weliswaar leek er vorig jaar een kantelpunt te zijn bereikt en bleek uit onderzoek dat een meerderheid van de bevolking vindt dat er een verbod moet komen op consumentenvuurwerk, en ook is de landelijke overheid er toe overgegaan de afsteektijd van het vuurwerk te beperken van 31 december 18.00 uur tot 02.00 uur ’s nachts. Aan dat laatste heeft men echter weinig als er, zoals het geval is, niet gehandhaafd wordt en goede handhaving door gebrek aan mankracht - met daarbovenop ook nog zware bezuinigen op en ondoordachte reorganisaties bij de politie - ook niet mogelijk is.

Dit jaar zijn er vlak voor het aanbreken van het knalseizoen zware terroristische aanslagen gepleegd in Parijs, waarbij meer dan honderd dodelijke slachtoffers zijn gevallen door automatische vuurwapens en bommen en heerst in heel Europa een nerveuze en paniekerige sfeer en een algemeen klimaat van angst, waarbij we afgelopen weekeinde op de Place de la République in Parijs al hebben kunnen zien hoe snel vuurwerk tot paniek onder duizenden mensen kan leiden. Daarom ook gold bij de bij nader inzien afgelaste voetbalwedstrijd Duitsland–Nederland van 17 november in Hannover een strikt vuurwerkverbod.

In Nederland daarentegen gaat de gebruikelijke vuurwerkorgie aan het einde van het jaar ook na de aanslagen op Parijs weer gewoon door. Van een algeheel verbod op consumentenvuurwerk is nog steeds geen sprake. Veel gemeenten weigeren zelfs vuurwerkvrije zones in te stellen. De politiek doet zijn uiterste best zelfs de laatste burger van zich vervreemden door toe te laten dat vanaf de straat, naast dat van IS, een tweede terreurfront wordt geopend, zij het van iets minder dodelijke aard.


Foto: Thinkstock