donderdag 2 maart 2017

Enige redding voor PvdA: de methode Schulz



Waarschijnlijk is het te laat, maar alleen de 'methode Schulz' zou de PvdA nog kunnen redden van de totale ondergang.

De Duitse zusterpartij van onze Partij van de Arbeid, de SPD, kampte tot voor kort met hetzelfde probleem als de PvdA en andere sociaal-democratische partijen in Europa. Een slecht imago bij de traditionele achterban, vooral veroorzaakt door wat in Nederland is gaan heten ‘het afleggen van de ideologische veren’, het meegaan in een modieuze neoliberale koers, waarbij - met medewerking van de (voormalige) sociaal-democraten - de sociale zekerheid werd afgebroken en er volop werd gedereguleerd en geprivatiseerd.

In Duitsland werd deze weg ingeslagen door voormalig SPD-bondskanselier Gerhard Schröder, in Nederland door PvdA-premier Wim Kok, en vervolgens voortgezet door Wouter Bos en door Diederik Samsom, die een coalitie sloot met Mark Rutte, de huidige VVD-premier, waarin zijn partij zich onvoldoende kon onderscheiden.

Sinds in januari de voormalige voorzitter van het Europees Parlement Martin Schulz als voorman is aangetreden, zijn de kansen voor de SPD opeens gekeerd en schiet de partij omhoog in de peilingen. Er is zelfs sprake van een Schulz-mania en afgedwaalde SPD-kiezers, die dreigden op de rechts-populistische AfD te gaan stemmen, keren terug naar de nieuwe herder.

Schulz’ succes wordt verklaard uit een aantal punten: hij neemt afstand van de recente neoliberale koers van zijn partij en erkent dat die fout was, met name waar het betreft de hervormingen van de arbeidsmarkt en de sociale zekerheid, onder andere de verkorting van de duur van de werkloosheidsuitkeringen (Agenda 2010, Hartz IV). De fouten die de SPD heeft gemaakt, meegesleept in haar coalitie met de CDU/CSU van Merkel, moeten, zo vindt hij, worden erkend en hersteld. Hij durft – wat men in Duitsland (en Nederland) niet meer gewend is – te polariseren en benadrukt het verschil tussen zijn partij en andere partijen: hij wijst erop dat de SPD van oudsher een arbeiderspartij is, opgericht voor de kleine man, wiens leven hij kent omdat hij zelf de kleinzoon van een mijnwerker is. Verder hamert hij op meer gerechtigheid. In Duitsland, één van de rijkste landen van de wereld, zou dat mogelijk moeten zijn.

Als gevolg van dit alles heeft hij in de Duitse politiek de focus verlegd van identiteit en rechts-populisme naar sociaal-economische thema’s waarop sociaal-democraten van oudsher kunnen scoren. Hetzelfde recept zou in Nederland moeten worden gevolgd.

Toegegeven: voor Schulz, die weliswaar veel politieke ervaring heeft opgedaan in het Europese Parlement, maar in de Bondsdag een nieuw gezicht is dat niet wordt geassocieerd met de landelijke politiek, is het gemakkelijker afstand nemen van de huidige coalitiepartner van zijn partij dan voor Lodewijk Asscher, die heeft  meegeregeerd, uitgerekend als minister van Sociale Zaken verantwoordelijk is voor veel neoliberaal afbraakbeleid en zelfs vice-premier is geweest.

Alleen al om die reden was de keuze van Asscher als lijsttrekker de verkeerde. Met nog maar twee weken te gaan tot aan de verkiezingen is het voor de PvdA echter te laat voor een betere keus. Asscher zou zich nu alsnog los moeten scheuren van de VVD, zich op geloofwaardige wijze excuseren voor de fouten uit het recente verleden en flink gaan polariseren. De kans dat dat gaat lukken is echter zeer klein. Binnenkort zullen we waarschijnlijk getuige zijn van de definitieve ondergang van de (traditionele) Nederlandse sociaal-democratie. Helaas.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten