zaterdag 21 september 2013

Sociale ijstijd ís allang aangebroken

Louis van Overbeek kritiseert de belangenverstrengelde berichtgeving van NRC-Handelsblad. Zijn kritiek werd niet geplaatst.

In de economiebijlage van NRC-Handelsblad van 25 juni richten Laura Starink en Michèle de Waard zich tot enkele als deskundigen afgeschilderde personen met de vraag of in Nederland niet het hart van het sociale model geraakt wordt en er geen ‘sociale ijstijd’ aanbreekt nu de verzorgingsstaat, die in de afgelopen decennia al flink is aangepakt, nog verder gaat worden ‘hervormd’.

Zo interessant als de vraag is, zo voorspelbaar is het antwoord. ‘Een ijstijd zien de specialisten niet in aantocht.’ ‘We doen het helemaal nog niet zo slecht’. Gezien de achtergrond van de bevraagde ‘deskundigen’ hoeft dit antwoord geen verbazing te wekken en had de krant zich de moeite van de interviews kunnen besparen.

Het hoogste woord heeft namelijk Kees Goudswaard, bijzonder (dus niet onafhankelijk) hoogleraar Sociale Zekerheid te Leiden, die (of all persons) door demissionair minister Donner - de gepersonifieerde ‘hervorming’ zelve - is benoemd als voorzitter van de Commissie Toekomstbestendigheid Pensioenen.

Dan doet Paul Schnabel zijn zegje, de directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau, dat weliswaar algemeen wordt beschouwd als een ‘onafhankelijk wetenschappelijk instituut’, zoals het zichzelf afficheert, maar dat, zoals op de website van het Parlementair Documentatie Centrum valt te lezen, een interdepartementaal instituut is dat onder het Ministerie van Volksgezondheid, Sport en Welzijn valt en waarop ambtenaren en politieke partijen invloed hebben via het zogenaamde Begeleidingscollege en dus in feite een propagandamachine is.

Tenslotte wordt een zekere Romke van der Veen, arbeidssocioloog te Rotterdam, naar zijn deskundige opinie gevraagd, die - kennelijk geheel onbekend met de recente stembusuitslag en met het feit dat gek genoeg vrijwel elke politieke partij in Nederland ook nu nog de neoliberale agenda volgt - verklaart dat hij op sociaal gebied geen grote kaalslag vreest omdat ‘door de economische recessie  het neoliberalisme sowieso op zijn retour is.’ Dat zou men wel verwachten, maar is, zoals gezegd, geenszins het geval.

Dan de vraag hoe men het sociale klimaat zou moeten kenschetsen van een land waarvan de inwoners reeds met de volgende ‘hervormingen’ zijn geconfronteerd:
- ontneming van rechten aan arbeidsongeschikten door extreme aanscherping medische criteria
- verplichte arbeid voor bijstandsgerechtigden via Work First-projecten
- sollicitatieplicht voor zieke werklozen
- afschaffing van bijstand voor personen jonger dan 27 jaar
- sterke inkorting van de duur van de werkloosheidsuitkering
- sterke ‘flexibilisering’ van de arbeidsmarkt (het grotendeels afschaffen van de vaste baan)

Dat in een dergelijk land bij nog verdere afbraak van de sociale zekerheid een ‘sociale ijstijd’ niet op het punt van aanbreken staat, maar reeds lang is aangebroken en warme hemden voor de winter daar sinds jaar en dag niet meer worden uitgedeeld lijkt me evident. Het zal alleen nog maar harder gaan vriezen. Dat de rechterlijke macht van zo’n land, gevraagd om juridische toetsing van de reeds genomen ‘hervormingsmaatregelen’, ondanks het feit dat hierbij internationale verdragen worden geschonden, hiermee herhaaldelijk akkoord is gegaan, doet de gevoelstemperatuur nog veel verder dalen.

Oorspronkelijk geplaatst in Katholiek Nieuwsblad, 30-6-2010, waar het inmiddels ook verdwenen is uit het archief. 

(Weer actueel in verband met de uitspraak van de koning in de troonrede van het VVD/PvdA-kabinet Rutte II van 2013, 'dat de klassieke verzorgingsstaat langzaam maar zeker verandert in een participatiesamenleving'.)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten