(Artikel oorspronkelijk verschenen in : Het Katholiek Nieuwsblad 4-2-2010)
In
Nederland doen zich de laatste jaren merkwaardige verschijnselen voor.
Zo nemen vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties vaak
standpunten in die volkomen haaks staan op de belangen die zij geacht
worden te vertegenwoordigen.
Op zich is het natuurlijk
verfrissend als iemand eens iets zegt wat je niet direct van hem/haar
zou verwachten. Zodra deze uitzondering echter regel wordt en zo
ongeveer iedere woordvoerder begint te bepleiten wat in strijd is met
datgene waarvan redelijkerwijs mag worden aangenomen dat het de belangen
zijn van zijn organisatie, gaat het oorspronkelijke verrassingseffect
verloren. Vervreemding en vermoeidheid door deze kennelijke
aandachttrekkerij of dwaasheid – men weet aanvankelijk niet goed wat men
ervan moet denken – zijn wat bij de toehoorder overblijft.
De VS, of all places
Deze
vermoeidheid overviel mij weer eens toen ik in Buitenhof van 10 januari
de voorzitter van een vakbond (Bert van Boggelen van het CNV) hoorde
verklaren dat in deze moderne tijden sociale zekerheid beter vervangen
kan worden door een levenslang ‘werkrecht', een ‘recht' waarvan men, zo
bleek bij nadere toelichting door de vakbondsman, verplicht gebruik
dient te maken, en dat dus een eufemisme was voor een levenslange
werkplicht, waarbij van de burger mag worden verlangd dat hij gedurende
zijn leven zo'n twee of drie ‘carrières' achter elkaar doorloopt.
Kort
daarvoor (op 3 december 2009) had Trouw al, zonder een zweem van
verbazing, bericht hoe een staatssecretaris van Sociale Zaken van
sociaal-democratischen huize (Jetta Klijnsma) naar – of all places – de
Verenigde Staten was gereisd om te kijken hoe het verder moet met de
sociale zekerheid en verklaarde van de meedogenloze aanpak aldaar “een
warm gevoel” te krijgen. Als klap op de vuurpijl kondigde lijsttrekker
en wethouder Dominic Schrijer van de Rotterdamse PvdA in de Volkskrant
van 12 januari de afschaffing van de bijstand aan. Rotterdam moet
volgens de sociaal-democratische wethouder in vier jaar een
‘werkloosheidsvrije' (dus ‘werklozenvrije') stad worden. Een woord dat
bij mij – ik kan er niets aan doen – associaties oproept met een term
uit de jaren veertig van de vorige eeuw: Judenfrei (‘In september 1943
wordt Amsterdam Judenfrei verklaard').
Als vieze woorden
Tezelfdertijd
adviseerden twee hoogleraren klassieke talen (de dames Kroon en
Sluiter), die zitting hadden genomen in een adviescommissie van het
ministerie, het vertalen van Griekse en Latijnse teksten op gymnasia, en
daarmee dus de facto hun eigen vak, maar grotendeels af te schaffen,
omdat dit blijkens examenresultaten ‘het puberbrein' te zwaar zou
belasten. Het aan de hand van een tweetalige editie – met een vertaling
ernaast dus – aanbieden van wat vaag gebabbel over wat er zo ongeveer in
de oorspronkelijke tekst staat, is immers meer van deze tijd.
Kort
na dit eigentijdse advies bleek uit een artikel in – opnieuw – de
Volkskrant (11 januari) dat ‘schoolleiders' zich in verlegenheid
gebracht voelen door het feit dat leerlingen op de vraag wat zij als
goede lessen beschouwen, antwoorden dat dat lessen zijn waarin de docent
de leerstof helder uitlegt en daarbij de orde in de klas weet te
handhaven, zodat zij zich kunnen concentreren.
Wat voor deze kinderen
volstrekt evident is, namelijk dat je naar school gaat om iets te
leren, is voor de volwassenen die verantwoordelijk zijn voor de
kwaliteit van het geboden onderwijs maar van overheidswege jarenlang
gebrainwashed zijn met modieuze opvattingen waarin leren vooral leuk en
gezellig moet zijn, wat voor onderwijzers van vroegere generaties het
gebruik van vieze woorden was.
Compleet gehersenspoeld
En
daarmee komen we bij de overeenkomst tussen al deze rare standpunten: ze
druisen weliswaar volkomen in tegen de natuurlijke belangen van de
organisaties wier vertegenwoordigers ze verkondigen, maar sluiten
naadloos aan bij de heersende (overheids)ideologie of die uit het
recente verleden: de neoliberale oorlogsverklaring aan de sociale
zekerheid en het daarbij behorende utilitaristische denken over
onderwijs.
Door een voortdurende blootstelling aan
overheidspropaganda en modieus gezwatel, waartegen in pers en media
nauwelijks enig tegenwicht wordt geboden, is bij vertegenwoordigers van
allerlei instanties deze propaganda volledig geïnternaliseerd, het
kritisch denken geheel uitgeschakeld en de hersenspoeling compleet. Met
als rampzalig gevolg een ruggengraatloze vakbondsvoorzitter en een
PvdA-staatssecretaris die nog verdere afbraak van de sociale zekerheid
bepleiten dan de vorige neoliberale kabinetten al hebben gerealiseerd,
scholen die zich verplicht voelen chaotisch les te geven, en classici
die zich door het ministerie laten misbruiken om te adviseren Cicero en
Homerus de nek om te draaien en eigenlijk dus alleen maar als
collaborateurs kunnen worden gekwalificeerd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten