Naast mijn huis staat/stond een basisschool die deel
uitmaakt van een grote groep van meer dan twintig scholen waarover een soort
supermanager, ‘bovenschools directeur’ geheten, de scepter zwaait. Samen met de
Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft de vereniging van
schoolleiders recentelijk bedacht dat het weer eens tijd is voor een
onderwijsvernieuwing en heeft zij daar succesvol voor weten te lobbyen.
Deze keer betreft de vernieuwing dus niet het voortgezet
onderwijs, waar een groot aantal ondoordachte onderwijsvernieuwingen
uiteindelijk heeft geleid heeft tot een parlementaire enquête door de commissie
Dijsselbloem, met als conclusie dat het nu eindelijk eens afgelopen moet zijn
met al dat ge-vernieuw waarbij de kwaliteit van het onderwijs op de achtergrond
is geraakt, maar het primaire onderwijs, waar ook al sinds jaar en dag de ene
verandering over de andere buitelt. Achtereenvolgens hebben we te maken gehad met
de lagere school, de basisschool, de brede school voor primair onderwijs en nu,
terwijl het modieuze concept van de ‘brede school’ (een uit de VS overgewaaide vorm
waarin onderwijs vermengd wordt met welzijnswerk) nog niet eens bezonken is, schieten
overal in Nederland - en dus ook
tegenover mijn huis - opeens weer ‘kindcentra’ als paddestoelen uit de grond.
Een kindcentrum biedt onderwijs en opvang aan kinderen van 0
(nul !) tot 12 jaar en is de gehele dag en het hele jaar open, combineert onder
één dak het geven van basisonderwijs met een kinderdagverblijf en met ruimte
voor voor-, tussen- en naschoolse opvang, en geeft beide ouders van het
bezoekende kind zo de kans onbelemmerd fulltime te werken, zoals de overheid
dat graag ziet. Tegelijk wordt zo het anti-emancipatoire schrikbeeld van de
niet-werkende moeder die na schooltijd met een kopje thee op haar kind wacht,
voorgoed naar de nevelen der geschiedenis verdreven.
Eén van de kenmerken van de huidige onderwijsvernieuwing is
dat kinderen nu vrijwel vanaf hun geboorte terecht kunnen op wat tot voor kort
‘school’ heette. De plaatselijke krant berichtte dat vanwege de toevoeging van
ruimten voor een peuterspeelzaal en voor buitenschoolse opvang onder hetzelfde
dak de naam ‘school’ dan ook uit ons vocabulaire wordt geschrapt en deze vanaf
nu ‘kindcentrum’ gaat heten. Voor het eerst in eeuwen gaan kinderen straks dus
niet meer naar school, maar naar een ‘centrum’.
Vanaf het moment dat het kind daar kort na zijn geboorte
zijn entree maakt, zal het tot aan zijn pensioen, waarvan de leeftijd ook
steeds verder wordt opgetrokken, zijn vrijheid kwijt zijn, aan allerlei eisen
moeten voldoen en in de maatschappelijke tredmolen meelopen. Al heel vroeg zal
het zich staande moeten houden in grote groepen huilende en krijsende leeftijdgenootjes
en blootgesteld worden aan
prestatiedwang, want in plaats van onbekommerd ouderwets te mogen
spelen, moet het zo vroeg mogelijk ‘schoolrijp’gemaakt worden door middel van
wat genoemd wordt ‘spelend leren’, waarbij de nadruk ligt op het vroegtijdig
ontwikkelen van cognitieve vaardigheden en dan met name op de mathematische en
linguïstische onderdelen daarvan.
Is de term 'kindcentratiekamp' eigenlijk niet geschikter
voor zo'n plek waar de ongelukkige kinderen van 'hardwerkende Nederlanders' die geen tijd voor
hen hebben al vrijwel vanaf de dag van hun geboorte gedrild worden nog
productievere werknemers dan hun reeds volstrekt gestresste ouders te worden en
in een leven zonder vrijheid en vreugde verworden tot louter kanonnenvoer voor
de economie? Ik ben althans blij dat ik met mijn geboorte in de goede oude
jaren ’50 die dans in ieder geval ben ontsprongen.
Weliswaar blijft de huidige leerplichtleeftijd van vijf jaar
bestaan, maar er zal niet alleen sociale druk ontstaan op ouders om hun
kinderen toch reeds voor die leeftijd bij zo’n kindcentrum aan te melden, ook
zal het moeilijker worden een basisschool te vinden als een kind de voorschool
niet heeft bezocht omdat dit een aantekening oplevert in het big brother-dossier
dat tegenwoordig van alle kinderen wordt bijgehouden (het ‘digitale
kinddossier’). In feite ontstaat er zo een officieuze ‘peuterleerplicht’
bovenop de bestaande leerplicht.
Niet alleen de eraan onderworpen kinderen ondervinden nadeel
van deze zoveelste vernieuwing, ook de samenleving als geheel wordt er – net
als bij veel van die eerdere ondoordachte onderwijsvernieuwingen - niet beter
van. Onderzoek heeft immers aangetoond dat kinderen door gedwongen omgang met
grote groepen leeftijdgenootjes geen goed sociaal gedrag leren vertonen en dat
hierdoor zelfs hun empathieontwikkeling gevaar loopt, waardoor zij zich op
latere leeftijd ongemanierder en egoïstischer gaan gedragen. Als er iets is waar
onze toch al door toenemende verhuftering en korte lontjes gekenmerkte
samenleving niet op zit te wachten, is het wel een onderwijsvernieuwing die
deze trend nog verder versterkt.
Tot de gedupeerden van de laatste onderwijsvernieuwing
behoren echter niet alleen de steeds vroeger van hun vrijheid en spel beroofde
kinderen en de door een toenemend aantal aso’s overspoelde samenleving als
geheel, maar ook de reeds eerder zwaar beproefde omwonenden van scholen. Werd
hun reeds door toenmalig milieustaatssecretaris Cramer (PvdA) elke bescherming
tegen geluidsoverlast ontnomen door haar besluit dat vanaf 1 januari 2010
geluidsnormen niet langer gelden voor schoolpleinen en kinderspeelplaatsen, nu
wordt de overlast nog verder opgevoerd.
Door de schoolleeftijd te verlagen neemt immers niet alleen
het aantal leerlingen per school/centrum toe, maar eveneens het aantal
decibellen dat de school met haar buitenspelende kinderen produceert en ook de,
toch al zeer lange, duur van deze overlast. Want niet alleen het aantal
dagelijkse uren neemt toe, ook het aantal maanden waarin de school open is als
gevolg van de introductie van zogenaamde
‘flexibele vakanties’ in de ‘kindcentra’. Zelfs de zomervakantie, de enige tijd
van het jaar waarin omwonenden konden verademen bij tijdelijke afwezigheid van
het massale geschreeuw, gekrijs en gehuil van hun buur, wordt, uiteraard weer uit
vooral economische motieven, afgeschaft. Er wordt dan weliswaar geen onderwijs
gegeven, maar de afdeling kinderopvang blijft gewoon open.
Het zal echter wel weer gaan als altijd: ook al is iedereen
er slechter mee af, een succesvolle lobby weegt in politiek Den Haag zwaarder
dan het algemeen belang.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten