zaterdag 16 maart 2013

On First Reading William Shakespeare in His Own Language



Als kind van weliswaar lieve, geduldige, maar niettemin ongeletterde ouders was ik voor mijn leescarrière geheel op mezelf aangewezen en heb ik, bij gebrek aan gids, als jongen mijn honger naar woorden en verhalen lange tijd met rotzooi pogen te stillen: veelal vervelende strips en lectuur vol geweld en broeierige passages voor onvolwassen volwassenen. Bij toeval ontdekte ik, toen ik een jaar of twaalf was, de van oorsprong Amerikaanse beeldverhalenserie Illustrated Classics, waarin werken uit de wereldliteratuur en -geschiedenis in stripvorm werden naverteld. Hoewel beeldverhalen in die dagen nog als pedagogisch zeer bedenkelijk werden beschouwd, vormden deze Classics voor mij een openbaring. In het bijzonder werd ik getroffen door het deeltje waarin de lotgevallen van ene Hamlet, prins van Denemarken, werden naverteld. Nog herinner ik me het plaatje waarop de vader van Hamlet, de Deense koning,  tijdens een dutje in zijn tuin, een brouwsel van bilzekruid, een dodelijk gif, in zijn oor kreeg gegoten door zijn broer, die belust was op de troon en de vrouw van de koning. Op het omslag zag je de jonge Hamlet door een geestverschijning van zijn vader worden aangespoord de moord op hem te wreken. Wat een fascinerend gegeven voor een jongen van twaalf!

Mijn liefde voor Shakespeare was geboren. Toen ik wat later schoorvoetend de weg naar de bibliotheek had gevonden, las ik hem in Nederlandse vertalingen. Ik was het Engels immers nog niet machtig. Maar hoe flets en krachteloos zelfs de beste daarvan waren, ervoer ik pas op de middelbare school, bij het vak Engels, en vooral nog later toen het mij lukte een tweedehands exemplaar van zijn Complete Works te bemachtigen. Wat voor Keats de eerste lectuur van de Homerus-vertaling van Chapman betekende (‘On First Looking into Chapman’s Homer’), was voor mij de eerste uitvoerige lezing van het origineel van mijn dear William: de rijkdom van zijn taal, zijn ritme, de beeldende kracht van zijn woorden, zijn meesterlijke toepassing van retorica, de  frisse metaforen, de afwisseling van zoete scherts, Ovidiaanse lichtzinnigheid en filosofische diepgang. Het riep – en roept nog steeds - een welhaast fysieke reactie bij mij op, zoals aangrijpende muziek dat soms kan doen, maar dat mij nauwelijks bekend is bij de lezing van enig ander auteur, en waarbij het zweet je haast uitbreekt. Het is een soort combinatie van verhoogde alertheid, esthetisch genot, vreugde over de perfecte verwoording en de magie van de enigszins archaïsche taal. Onlangs las ik dat modern neurolinguistisch onderzoek bevestigt wat ik persoonlijk, lang voor dat onderzoek, al bij mijzelf had geconstateerd: dat het brein dat wordt blootgesteld aan de taal van Shakespeare (‘the Shakespeared brain’) beter functioneert.

Toen, al weer vele jaren geleden, mijn vader was gestorven, moest ik, op zoek naar woorden voor op de rouwkrans, plotseling terugdenken aan Hamlet en heb ik het stuk, met niets steeds onbevochtigde ogen, herlezen. Ik kan het iedereen, die pas zijn vader heeft verloren, van harte aanbevelen. Wat een hemelse troost!

Bovenal echter hebben deze Complete Works of William Shakespeare mij geleerd wat taal vermag. Dat men het leven niet, zoals gebruikelijk in non-verbale milieus, zwijgend en dof hoeft te ondergaan, als koeien in de wei. Maar dat men zich als mens kan uitspreken in woorden en wat daarin schuilt aan schoonheid en kracht.



Over het geshakespearianiseerde brein: http://phys.org/news85664210.html

zie ook: http://www.nrc.nl/boeken/2013/01/17/wordsworth-en-shakespeare-zijn-raketmotoren-voor-de-hersenen/

Het effect zou met name een gevolg zijn van Shakespeare's gebuikmaking van 'functional shift' of 'woordsoort conversie', bijv. het gebruik van een zelfstandig naamwoord of bijvoeglijk naamwoord als werkwoord, wat meerdere hersengebieden zou stimuleren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten