dinsdag 29 september 2015

Volkert, een moderne tirannendoder die wordt gehaat


Volkert van der G. is met stip de meest gehate delinquent van het huidige Nederland. Vergeten wordt echter vaak dat hij geen gewone crimineel is, maar tot zijn daad is gekomen uit ideële motieven. Feitelijk staat hij in de eerbiedwaardige traditie van de ‘tirannendoders’ met haar antieke wortels.

Ongeveer een week geleden  (op zondag 20-9-15) vertoonde Brandpunt Reporter een groezelige reportage, gemaakt met verborgen camera en richtmicrofoon. Zware middelen om in te zetten, zo vond ook presentator Sven Kockelmann van Reporter, waarvan het gebruik echter zou zijn gerechtvaardigd door het grote maatschappelijk belang van wat we te zien zouden krijgen: groot nieuws over Volkert van der Graaf, de dierenactivist die op 6 mei 2002 de volgens sommigen fascistoïde politicus Pim Fortuyn doodschoot.

In de reportage werd, naar al spoedig bleek valselijk, bericht dat de foto van Van der Graaf, die kort na zijn voorwaardelijke invrijheidstelling vorig jaar in de Telegraaf verscheen, door hem zelf was geënsceneerd zonder medeweten van het Openbaar Ministerie en de Reclassering. Daarmee zou hij ‘doelbewust’ in strijd hebben gehandeld met het mediaverbod dat hem bij zijn vervroegde invrijheidstelling was opgelegd, zodat hij nu (hoera!) alsnog de rest van zijn straf moest uitzitten: zes jaar.

Wat het gedrag van Van der Graaf helemaal bont maakte in de ogen van Reporter en Fortuyn-aanhanger Mat Herben die in de uitzending was uitgenodigd om commentaar te leveren (evenals de van woede bijna schuimbekkende Fortuyn-bewonderaar Joost Eerdmans in een na de reportage ingelaste uitzending van Oog in oog van eveneens Sven Kockelmann), was dat Van der Graaf, die nu leeft van een bijstandsuitkering, weigert de in het huidige Nederland in een dergelijke situatie verplichte arbeid in ruil daarvoor te verrichten. De politiek ook na zijn gevangenisstraf nog scherpe Van der Graaf noemde deze zogenoemde ‘maatschappelijk nuttige tegenprestatie’ zelfs ‘dwangarbeid’, een term die weliswaar de lading dekt, maar waarop in bestuurlijk Nederland een taboe rust.

Uit heel de hetzerige reportage viel één ding duidelijk op te maken: de meest gehate delinquent van Nederland is momenteel met stip Volkert van de Graaf. Meer nog dan pedofiel Benno L. , tegen wie hele volkswijken te hoop lopen als het gerucht gaat dat hij misschien in hun buurt komt wonen; en geheel anders dan bij top-crimineel en liquidatie-koning Willem Holleeder, die dankzij een sluwe mediastrategie het hele land voor zich wist in te nemen, als ‘knuffelcrimineel’ geldt, met wie iedereen graag op de foto wil, een dikbetaalde column kreeg aangeboden in de Nieuwe Revue en zelfs de eer ten deel viel te worden uitgenodigd door Twan Huys in diens College Tour, het televisieprogramma waarin studenten vragen mogen stellen aan een prominente gast.

Deze ‘demonisering’ van Van der Graaf is opmerkelijk. In de eerste plaats is het onjuist deze dierenactivist te beschouwen als een gewone crimineel. Hij is immers tot zijn daad gekomen op grond van ideële motieven: hij beschouwde Fortuyn als een groeiend gevaar voor de samenleving, met name voor kwetsbare groepen als asielzoekers, moslims en uitkeringsgerechtigden. Het ging daarbij voor Van der Graaf, die door deskundigen van het Pieter Baan Centrum  als ‘overdreven gewetensvol’ en ‘scrupuleus … betreffende zaken van moraliteit, ethiek en normen’ wordt gekenschetst, volgens het Openbaar Ministerie ‘om de combinatie van de algemene stigmatiserende politieke denkbeelden van Fortuyn, de polariserende wijze waarop Fortuyn die voor het voetlicht bracht en de grote politieke macht die Fortuyn dreigde te krijgen. Hij zag voor zichzelf geen andere mogelijkheid om dat gevaar te stoppen dan door Fortuyn om het leven te brengen’.

Daarmee staat hij bovendien in de oude, eerbiedwaardige traditie van de ‘tirannendoders’ met haar antieke wortels (tyrannoktonoi), van wie Harmodius en Aristogiton, die in 514 v. Chr. een succesvol aanslag op de tiran Hipparchus pleegden en daarmee de heldenstatus verwierven, de eersten waren, en  Brutus, de moordenaar van Julius Caesar, het bekendste voorbeeld. De tirannenmoord werd ook door verschillende filosofen, onder wie Plato, Aristoteles, Cicero en zelfs Thomas van Aquino, omschreven als een nobele daad.

Standbeelden van Harmodius en Aristogiton, Romeinse marmeren kopieën van Atheense bronzen originelen in het Nationaal Museum in Napels
Dat er ooit naar antiek voorbeeld een standbeeld voor Volkert van der Graaf als tirannendoder op het Binnenhof zou worden opgericht, was, zoals classicus Anton van Hooff al kort na de moord op Fortuyn in NRC-Handelsblad schreef (28-5-2002), meteen al weinig waarschijnlijk, maar de volslagen ‘demonisering’ van Van der Graaf in de publieke opinie en de media na zijn vervroegde invrijheidstelling toont toch wel een heel eenzijdig beeld. Het wordt inderdaad tijd ook Van der Graaf eens als gast uit te nodigen in College Tour, of hem althans diepgaand te interviewen. Hij heeft weliswaar een moord gepleegd, maar is in ieder geval interessant.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten