Louis van Overbeek kritiseert de belangenverstrengelde berichtgeving van NRC-Handelsblad. Zijn kritiek werd niet geplaatst.
In de economiebijlage van NRC-Handelsblad van 25 juni
richten Laura Starink en Michèle de Waard zich tot enkele als deskundigen
afgeschilderde personen met de vraag of in Nederland niet het hart van het
sociale model geraakt wordt en er geen ‘sociale ijstijd’ aanbreekt nu de
verzorgingsstaat, die in de afgelopen decennia al flink is aangepakt, nog
verder gaat worden ‘hervormd’.
Zo interessant als de vraag is, zo voorspelbaar is het
antwoord. ‘Een ijstijd zien de specialisten niet in aantocht.’ ‘We doen het
helemaal nog niet zo slecht’. Gezien de achtergrond van de bevraagde
‘deskundigen’ hoeft dit antwoord geen verbazing te wekken en had de krant zich
de moeite van de interviews kunnen besparen.
Het hoogste woord heeft namelijk Kees Goudswaard, bijzonder
(dus niet onafhankelijk) hoogleraar Sociale Zekerheid te Leiden, die (of all persons) door demissionair
minister Donner - de gepersonifieerde ‘hervorming’ zelve - is benoemd als
voorzitter van de Commissie
Toekomstbestendigheid Pensioenen.
Dan doet Paul Schnabel zijn zegje, de directeur van het
Sociaal en Cultureel Planbureau, dat weliswaar algemeen wordt beschouwd als een
‘onafhankelijk wetenschappelijk instituut’, zoals het zichzelf afficheert, maar
dat, zoals op de website van het Parlementair Documentatie Centrum valt te
lezen, een interdepartementaal instituut is dat onder het Ministerie van
Volksgezondheid, Sport en Welzijn valt en waarop ambtenaren en politieke
partijen invloed hebben via het zogenaamde Begeleidingscollege en dus in feite
een propagandamachine is.
Tenslotte wordt een zekere Romke van der Veen,
arbeidssocioloog te Rotterdam, naar zijn deskundige opinie gevraagd, die -
kennelijk geheel onbekend met de recente stembusuitslag en met het feit dat gek
genoeg vrijwel elke politieke partij in Nederland ook nu nog de neoliberale
agenda volgt - verklaart dat hij op sociaal gebied geen grote kaalslag vreest
omdat ‘door de economische recessie het
neoliberalisme sowieso op zijn retour is.’ Dat zou men wel verwachten, maar is,
zoals gezegd, geenszins het geval.
Dan de vraag hoe men het sociale klimaat zou moeten
kenschetsen van een land waarvan de inwoners reeds met de volgende
‘hervormingen’ zijn geconfronteerd:
- ontneming van rechten aan arbeidsongeschikten door extreme
aanscherping medische criteria
- verplichte arbeid voor bijstandsgerechtigden via Work First-projecten
- sollicitatieplicht voor zieke werklozen
- afschaffing van bijstand voor personen jonger dan 27 jaar
- sterke inkorting van de duur van de werkloosheidsuitkering
- sterke ‘flexibilisering’ van de arbeidsmarkt (het
grotendeels afschaffen van de vaste baan)
Dat in een dergelijk land bij nog verdere afbraak van de
sociale zekerheid een ‘sociale ijstijd’ niet op het punt van aanbreken staat,
maar reeds lang is aangebroken en warme hemden voor de winter daar sinds jaar
en dag niet meer worden uitgedeeld lijkt me evident. Het zal alleen nog maar
harder gaan vriezen. Dat de rechterlijke macht van zo’n land, gevraagd om juridische
toetsing van de reeds genomen ‘hervormingsmaatregelen’, ondanks het feit dat
hierbij internationale verdragen worden geschonden, hiermee herhaaldelijk akkoord
is gegaan, doet de gevoelstemperatuur nog veel verder dalen.
Oorspronkelijk geplaatst in Katholiek Nieuwsblad, 30-6-2010, waar het inmiddels ook verdwenen is uit het archief.
(Weer actueel in verband met de uitspraak van de koning in de troonrede van het VVD/PvdA-kabinet Rutte II van 2013, 'dat de klassieke verzorgingsstaat langzaam maar
zeker verandert in een participatiesamenleving'.)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten