Waarschijnlijk is het te laat, maar alleen de 'methode
Schulz' zou de PvdA nog kunnen redden van de totale ondergang.
De Duitse zusterpartij van onze Partij van de Arbeid, de
SPD, kampte tot voor kort met hetzelfde probleem als de PvdA en andere
sociaal-democratische partijen in Europa. Een slecht imago bij de traditionele
achterban, vooral veroorzaakt door wat in Nederland is gaan heten ‘het afleggen
van de ideologische veren’, het meegaan in een modieuze neoliberale koers,
waarbij - met medewerking van de (voormalige) sociaal-democraten - de sociale
zekerheid werd afgebroken en er volop werd gedereguleerd en geprivatiseerd.
In Duitsland werd deze weg ingeslagen door voormalig
SPD-bondskanselier Gerhard Schröder, in Nederland door PvdA-premier Wim Kok, en
vervolgens voortgezet door Wouter Bos en door Diederik Samsom, die een coalitie
sloot met Mark Rutte, de huidige VVD-premier, waarin zijn partij zich
onvoldoende kon onderscheiden.
Sinds in januari de voormalige voorzitter van het Europees
Parlement Martin Schulz als voorman is aangetreden, zijn de kansen voor de SPD
opeens gekeerd en schiet de partij omhoog in de peilingen. Er is zelfs sprake
van een Schulz-mania en afgedwaalde SPD-kiezers, die dreigden op de
rechts-populistische AfD te gaan stemmen, keren terug naar de nieuwe herder.
Schulz’ succes wordt verklaard uit een aantal punten: hij neemt
afstand van de recente neoliberale koers van zijn partij en erkent dat die fout
was, met name waar het betreft de hervormingen van de arbeidsmarkt en de
sociale zekerheid, onder andere de verkorting van de duur van de
werkloosheidsuitkeringen (Agenda 2010, Hartz IV). De fouten die de SPD heeft
gemaakt, meegesleept in haar coalitie met de CDU/CSU van Merkel, moeten, zo
vindt hij, worden erkend en hersteld. Hij durft – wat men in Duitsland (en
Nederland) niet meer gewend is – te polariseren en benadrukt het verschil
tussen zijn partij en andere partijen: hij wijst erop dat de SPD van oudsher
een arbeiderspartij is, opgericht voor de kleine man, wiens leven hij kent
omdat hij zelf de kleinzoon van een mijnwerker is. Verder hamert hij op meer
gerechtigheid. In Duitsland, één van de rijkste landen van de wereld, zou dat
mogelijk moeten zijn.
Als gevolg van dit alles heeft hij in de Duitse politiek de
focus verlegd van identiteit en rechts-populisme naar sociaal-economische
thema’s waarop sociaal-democraten van oudsher kunnen scoren. Hetzelfde recept
zou in Nederland moeten worden gevolgd.
Toegegeven: voor Schulz, die weliswaar veel politieke
ervaring heeft opgedaan in het Europese Parlement, maar in de Bondsdag een nieuw
gezicht is dat niet wordt geassocieerd met de landelijke politiek, is het
gemakkelijker afstand nemen van de huidige coalitiepartner van zijn partij dan
voor Lodewijk Asscher, die heeft
meegeregeerd, uitgerekend als minister van Sociale Zaken verantwoordelijk
is voor veel neoliberaal afbraakbeleid en zelfs vice-premier is geweest.
Alleen al om die reden was de keuze van Asscher als
lijsttrekker de verkeerde. Met nog maar twee weken te gaan tot aan de
verkiezingen is het voor de PvdA echter te laat voor een betere keus. Asscher zou
zich nu alsnog los moeten scheuren van de VVD, zich op geloofwaardige wijze
excuseren voor de fouten uit het recente verleden en flink gaan polariseren. De
kans dat dat gaat lukken is echter zeer klein. Binnenkort zullen we waarschijnlijk
getuige zijn van de definitieve ondergang van de (traditionele) Nederlandse
sociaal-democratie. Helaas.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten