Waarschijnlijk (en hopelijk) zullen we over enkele decennia
(maar liever al veel eerder) stomverbaasd zijn dat we dan nog maar zo kortgeleden
in overgrote meerderheid zulke ongehoorde denkbeelden aanhingen. Dat we de
kleine minderheid die het daar niet mee eens was als ouderwets en niet goed
wijs beschouwden en onszelf als progressieve en verlichte geesten.
Dat we meenden - ik noem slechts twee van onze vele hedendaagse
dwaasheden - dat we ons, door van bijstandsgerechtigden al meer dan een
decennium een verplichte ‘tegenprestatie’ te verlangen in ruil voor hun
uitkering, als samenleving helemaal niet schuldig maakten aan het opleggen aan
medeburgers van in mensenrechtenverdragen verboden dwangarbeid. En we niet
wilden beseffen dat we door dementerende en dus wilsonbekwame ouderen, liefst en
plein public op de televisie te euthanaseren, feitelijk de moordenaars waren
van mensen op wier zorg we eerst zwaar hadden bezuinigd, en op wie we door het
propageren van zo’n ‘waardig sterven’ zware sociale druk uitoefenden om ook
voor deze kille en stiekem uitsluitend
op budgettaire motieven gebaseerde ‘oplossing’ te kiezen.
Dat we ons lieten wijsmaken dat die recente door de
rijksoverheid en artsenfederatie KNMG opgestelde ‘Handreiking schriftelijk
euthanasieverzoek’ werkelijk ‘slechts een verduidelijking van de euthanasiewet’
was, zoals de overheid stelde, en niet een verdere verruiming daarvan en een
zoveelste nieuwe handreiking aan Magere Hein, waarbij het mogelijk werd iemand
te doden die weliswaar in het verleden een verzoek heeft gedaan tot euthanasie
onder bepaalde omstandigheden, maar dit verzoek nu niet kan of wil herhalen.
Dat we geloofden dat de benoeming door de ministers van
Volksgezondheid en Justitie van D66-jurist Jacob Kohnstamm als voorzitter van
de Regionale Toetsingscommissie Euthanasie, gezien zijn ‘affiniteit met het
onderwerp’ de gewoonste zaak van de wereld was, ook al bestond die ‘affiniteit’
er enkel uit dat hij van 2000 tot 2006 voorzitter geweest van de Nederlandse
Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde (NVVE) en tussen 2002 en
2006 bestuurslid van de World Federation of Right to Die Societies,
een samenwerkingsverband van verschillende internationale organisaties,
waaronder de NVVE, die een liberaler euthanasiebeleid voorstaan. Met de
benoeming van deze man als voorzitter houdt de toetsingscommissie, die moet
beoordelen of een arts die euthanasie heeft uitgevoerd zich heeft gehouden aan
de wettelijke zorgvuldigheidseisen, zelfs niet de schijn van onpartijdigheid op.
Hopelijk is met het bereiken van dergelijke uitwassen het
punt bereikt waarop we binnen afzienbare tijd tot bezinning komen en ons voor
onze kop zullen slaan van spijt en schaamte, zoals velen dit zich al beginnen
te doen met onze nog recente opvattingen over privatisering en marktwerking, en zoals ons buurvolk zich dit al een jaar of
zestig geleden deed met betrekking tot hun hele ideologie. Al zullen dan wel
inmiddels duizenden van onze landgenoten door ons in vrijwel alle gemeentes in
ons land onterecht, en zelfs zonder dat een rechter zich ertegen heeft
uitgesproken, aan de dwangarbeid gezet, of naar Hades’ donkere woning gevoerd
zijn. Keizers dragen nog steeds graag nieuwe kleren.
Een voorzichtige kentering lijken we gelukkig eindelijk te
kunnen waarnemen: de commissie die onderzoek deed naar hulp bij zelfdoding
onder leiding van oud SCP-directeur Paul Schnabel, heeft, ondanks het feit dat
deze op de lijst van euthanasiepartij D66 voor de senaat staat, onlangs
geadviseerd de mogelijkheden hiertoe niet verder te verruimen. En onder andere NRC-Handelsblad
meldde op 12 februari jl. dat twintig gemeenten, waaronder Amsterdam, weigeren
nog langer hun bijstandsontvangers de door het Rijk verplichte dwangarbeid op
te leggen.
Eerder geplaatst op de website Konfrontatie 27-2-2016
Geen opmerkingen:
Een reactie posten