(Eerder verschenen op o.a. Konfrontatie Digitaal, 2-1-13)
De Europese Unie vaart sinds enkele decennia een duidelijk
neoliberale koers, waarbinnen afbraak van de sociale zekerheid een hoge
prioriteit geniet, en die leidt tot gevaarlijke sociale desintegratie.
Protest tegen dat beleid is zelfs in sociaal-democratische kring niet
meer te vinden. Daar is men zelf ook ‘hervormingsgezind’ geworden. Zelfs
de rechterlijke macht werkt op eigen wijze mee aan het sociale
afbraakbeleid. En laat zich daar ook nog eens flink voor betalen.
De Vlaamse publicist Geert van Istendael stelde in de onlangs door
hem gehouden Huizinga-lezing de afbraak van de sociale zekerheid in de
Europese Unie aan de kaak sinds daar vanaf de jaren tachtig een
neoliberale koers is ingezet. Deze onder gebruikmaking van de
economische crisis als een ‘shocktherapie’ à la Naomi Klein
gerealiseerde uitverkoop van de in de naoorlogse jaren moeizaam als
bescherming tegen ziekte, werkloosheid en een hoge leeftijd opgebouwde
sociale zekerheid, die in Nederland serieus begon met de feitelijke
afschaffing van de arbeidsongeschiktheidswet in 2006 en die inmiddels
ook een verhoging van de pensioenleeftijd en een almaar extremere
aanscherping van de bijstandswet behelst, vormt volgens Van Istendael
een gevaar voor de Europese beschaving.
Ook de filosoof John Gray en de voorzitter van de Europese
Anti-Racisme Beweging, Benjamin Abtan, wijzen erop dat de EU weliswaar
in de jaren na WO II een motor voor harmonisering en vrede in Europa is
geweest, maar zich juist nu, nu zij onlangs de Nobelprijs voor de Vrede
kreeg toegekend, als een motor voor desintegratie en extremisme heeft
ontwikkeld, die met haar rigoureuze bezuigingsmaatregelen in een toch al
krimpende economie zorgt voor een onhoudbare sociale situatie, waarin
nationalisme herleeft en opnieuw zondebokken worden aangewezen in de
vorm van minderheden.
Griekenland wordt in de armen van neonazi’s
gedreven en soortgelijke bewegingen ontstaan elders in Europa. Onze
‘Denker des Vaderlands’, Hans Achterhuis, had in een omvangrijke studie
het neoliberalisme al ontmaskerd als de zoveelste utopie. Wie, die niet
mede in het neoliberale technocratencomplot zit, zou het niet met Van
Istendael en zijn geestverwanten eens zijn?
Een van de meest verontrustende verschijnselen rond dit hele
sloopproces, waarbij met de sociale zekerheid, zoals Van Istendael
opmerkt, een kroonjuweel van de Europese geest - qua prestatie
vergelijkbaar met de kathedralen van Noord-Frankrijk en de symfonieën
van Beethoven - op de vuilnisbelt van de geschiedenis dreigt te worden
geworpen, is het volstrekte uitblijven, vooral in Nederland, van vrijwel
elke vorm van verontwaardiging of maatschappelijk protest: gemor valt
nauwelijks te horen onder de bevolking, die door pers en media met hun
al te nauwe banden met de politiek nauwelijks meer wordt voorgelicht.
Vakbonden zijn verzwakt en zwijgen in plaats van stakingen te
organiseren, sociaal- en christen-democratische politici volharden in
het afschudden van hun ideologische veren tot ze zo kaal zijn als
doodzieke papegaaien, en sommigen uit categorieën waarvan je het het
minst zou verwachten, steken de slopers van de sociale zekerheid zelfs
van harte een helpende hand toe.
Neem bijvoorbeeld de rechtspraak. De Arnhemse bestuursrechter en
vice-president bij de rechtbank aldaar, mr. Erik Klein Egelink, die
onder andere uitspraak gedaan heeft
in de geruchtmakende zaak van ‘schoffelweigeraar’ Bennie Beck in 2008,
waarin hij het beroep van een tot verplichte arbeid gedwongen
bijstandsgerechtigde gedeeltelijk honoreerde, leek daarmee in
vergelijking met veel andere rechters nog niet eens de beroerdste. Leek.
Eerder dit jaar kon men namelijk constateren dat deze zelfde rechter bij Utrechtse organisatie OSR Juridische Opleidingen,
die onder meer juridische medewerkers van gemeenten als doelgroep
heeft, als betaalde nevenfunctie cursussen geeft waarin geleerd wordt hoe men op het gebied van de
nieuwe, aangescherpte, bijstandswetgeving door een handige
interpretatie daarvan besluiten kan nemen, die weliswaar juridisch
dubieus en in strijd met internationale verdragen zijn, maar waartegen
de rechter binnen het kader van de Nederlandse wet niets kan ondernemen, en die dus, als men het goed aanpakt, zoals het op de website van OSR heet, judge proof zijn, ‘rechterbestendig’.
Dat de weer verder aangescherpte ‘Wet Werk en Bijstand’, waarin nu ook
een nog verdergaande ‘Tegenprestatie naar vermogen’ - gedwongen
tewerkstelling voor bijstandsontvangers - is opgenomen, dubieus is,
blijkt onder andere wel uit het advies van de toch als zeer
‘gouvernementeel’ bekend staande Raad van State aan voormalig
staatssecretaris De Krom van Sociale Zaken van 20 mei 2011 (*). In dat
advies waarschuwt de Raad de staatssecretaris dat ‘spanning…met
internationaalrechtelijke verplichtingen - de Raad doelt op artikel 4
van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en de
verdragen van de Internationale Labour Organisation (ILO) - dient te
worden weggenomen door te waarborgen dat de hiervoor bedoelde grenzen
worden gerespecteerd’. De staatssecretaris verklaarde in reactie op het
advies, in zijn zogeheten ‘Nader rapport’, evenwel dat de Raad dit niet
goed zag en er ‘geen spanning ontstaat met de door Nederland in
internationaal verband aangegane verplichtingen’. Waarna de wet door
beide Kamers werd geloodst, frictie met internationale verdragen of
niet.
Honderden gemeenten, waaronder vrijwel alle grote steden, hebben
sindsdien dankbaar gebruik gemaakt van de (geenszins kostenloze)
diensten van de rechter, aldus een ‘opleidingsmanager’van de
organisatie. Hoe de rechterlijke macht met behoud van onafhankelijkheid
cursussen kan geven die tot doel hebben zichzelf buiten spel te zetten
door besluiten van een andere staatsmacht zogenaamd ‘judge proof’ te
maken, is iets dat als een vraagteken ter grootte van een kraai rond
mijn hoofd blijft cirkelen.
* Zie hiervoor deze link (vooral de punten 2b en 2c)
https://www.raadvanstate.nl/adviezen/zoeken-in-adviezen/tekst-advies.html?id=9750
Geen opmerkingen:
Een reactie posten