dinsdag 2 april 2019

Drones, een mogelijk machtig wapen tegen de luchtvaartlobby



Eind vorig jaar heeft de Londense luchthaven Gatwick het vliegverkeer stilgelegd en strandden duizenden reizigers nadat boven die luchthaven drones zouden zijn gesignaleerd.

Dit simpele bericht deed mijn gedachten toen onwillekeurig uitgaan naar de talloze slachtoffers van de Nederlandse luchtvaartlobby, waarvan het middelpunt - Schiphol - nog nooit ook maar een moment is stilgelegd of afgeremd in zijn expansiedrift. Deze lobby stelt zich immers niet alleen niet tevreden met het op zich al absurde aantal van vijfhonderdduizend jaarlijkse vluchten van en naar het minieme, kwetsbare - want zeer dichtbevolkte - stukje land rond Schiphol, maar wil dit aantal (nota bene in een tijd waarin de hele planeet in een existentiële milieucrisis verkeert door een ongebreidelde uitstoot van CO2) nog verder opvoeren, en daarnaast de nationale luchthaven ook nog laten groeien door een uitbreiding bij Lelystad. Waarmee in feite heel Nederland, inclusief het laatste stukje groen van de Veluwe, straks één grote start- en landingsbaan wordt.
Schiphol weet zich verzekerd van de onvoorwaardelijke steun van opeenvolgende kabinetten en een machtige met de politiek verweven luchtvaartlobby. Het komt al jarenlang weg met gegoochel met berekeningen van de door zijn vliegbewegingen veroorzaakte geluidsoverlast, legt volstrekte minachting aan de dag voor de vele slachtoffers in de wijde omtrek van zijn herrie en vervuiling, en houdt zich al jaren niet aan gemaakte afspraken.

Onlangs verklaarde de verantwoordelijke minister Van Nieuwenhuizen (VVD) niettemin dat Schiphol zeker verder zal groeien, en dat de opening van Lelystad Airport, in weerwil van bezwaren van omwonenden, provincies, milieuorganisaties en de Europese Commissie, hoe dan ook door zal gaan.

Het verbaast mij dat actievoerders de mogelijkheden die drones bieden in de strijd tegen Schiphol en Lelystad Airport, ondanks dat bericht over Gatwick, nog steeds niet lijken te hebben ontdekt.




zondag 10 februari 2019

'Met goede bedoelingen, stelt de Commissie vast'


De door de gemeente Tilburg ingestelde ‘Onafhankelijke Onderzoekscommissie Tilburg Chroom-6’ constateert dat de gemeente Tilburg haar bijstandsgerechtigden met goede bedoelingen dwangarbeid heeft laten verrichten in een met een kankerverwekkend antiroestmiddel vervuilde omgeving.

Tussen 2004 en 2012 heeft de gemeente Tilburg honderden van haar burgers die een bijstandsuitkering ontvingen onder dwang, onder zeer onheuse bejegening en zonder loon tewerkgesteld in een NS-werkplaats aldaar, in een reïntegratieproject onder de naam tROM, waar zij bij het afschuren en verven van oude treinstellen voor het Spoorwegmuseum in aanraking zijn gekomen met het giftige en kankerverwekkende antiroestmiddel chroom-6.

Werkplaats Tilburgs reïnegratiebedrijf  © Transition Town Tilburg
Onlangs is over deze affaire het rapport van een commissie verschenen die hiernaar onderzoek heeft gedaan, de ‘Onafhankelijke Onderzoekscommissie Tilburg Chroom-6’, waarvan de bevindingen in de media als ‘keihard’ in de richting van de gemeente en de NS werden bestempeld. De commissie vindt dat de gemeente haar zorgplicht jegens deze burgers heeft verwaarloosd en dat dezen recht hebben op compensatie.

Ook rekent de commissie het de gemeente aan dat de deelnemers aan het traject niet vrijwillig voor het werk aan de museumtreinen hebben kunnen kiezen, maar verplicht waren aan het traject deel te nemen als voorwaarde voor het krijgen van een bijstandsuitkering.

Opmerkelijk hierbij is dat commissie enerzijds kritiek heeft op het gedwongen karakter van het werk (p. 33 van het rapport), maar anderzijds (p. 6) stelt dat deze dwang paste binnen de toen geldende wetgeving en door de gemeente ‘met goede bedoelingen’ werd toegepast: ‘Deze aanpak paste binnen de dan geldende Wet werk en bijstand. Tilburg legde binnen die wet eigen accenten. Met goede bedoelingen, stelt de Commissie vast.’

Men vraagt zich af waarom die ‘onafhankelijke commissie’, zoals zij overal nadrukkelijk wordt geafficheerd, zo overtuigd is van de goede bedoelingen van de gemeente Tilburg. Iets waarmee overigens - maar dit terzijde - ook de weg naar de hel, volgens het spreekwoord, is geplaveid. Waarop de ‘vaststelling’ van de commissie is gebaseerd, wordt in ieder geval niet duidelijk uit het rapport. Is de commissie onbekend met de oude notie dat mensen geneigd zijn tot het kwaad, zeker wanneer die keuze door gezagsdragers en een peer group wordt gepromoot (Milgram), en er dus sprake is van druk om zich te conformeren? En is die commissie eigenlijk wel zo onafhankelijk? Zij is immers ingesteld door de gemeente Tilburg zelf: ‘Om dit allemaal uit te zoeken, heeft de gemeente Tilburg een onafhankelijke Onderzoekscommissie in het leven geroepen’ (website Onderzoekscommissie Tilburg).

Voor wie de berichtgeving over de ‘hervormingen’ in de sociale zekerheid enigszins heeft gevolgd kan het geen nieuws zijn dat gedwongen arbeid voor bijstandsgerechtigden in Nederland al jarenlang (al sinds 2004 om precies te zijn) staande praktijk is, ondanks het feit dat deze in strijd is met artikel 4 van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM).

Hembrugterrein, foto: Emre Kanik
Bijzonder aan het Tilburgse geval is dat hier gedwongen arbeid gepaard ging met een verzaken van de zorgplicht door de gemeente en met grove schendingen van de Arbowet. Maar ook deze combinatie is bepaald niet zonder precedent. Het beruchtste voorbeeld hiervan, dat sterke overeenkomsten met de Tilburgse zaak vertoont, is het zogenaamde Hembrugproject van de gemeente Amsterdam. Dat vond plaats rond 2010 onder de verantwoordelijkheid van de toenmalige, meedogenloze, wethouder Sociale Zaken Andrée van Es van het in die dagen modieus neoliberale GroenLinks. Hierbij werden Amsterdamse bijstandsgerechtigden gedwongen tewerkgesteld om een voormalig militair terrein (een oude munitiefabriek van de Rijksartillerie) in Zaandam, dat verontreinigd was met resten van munitie, mosterdgas, asbest en andere schadelijke stoffen klaar te maken voor commerciële ontwikkeling.

Anders dan in het geval van het Amsterdamse reïntegratieproject, waar weinig ophef over ontstond - alleen het later uit frustratie opgestapte Amsterdamse SP-raadslid Maureen van der Pligt stelde er vragen over - was de landelijke politiek in reactie op de Tilburgse kwestie ‘geschokt’. 

Wordt het zo langzamerhand echter niet eens tijd om, in plaats van te zwijgen of ritueel verbijsterd te zijn, een parlementaire enquête te starten naar al die gedwongen tewerkstelling van bijstandsgerechtigden die door hun gemeenten in strijd met internationale verdragen verplicht, onbetaald te werk zijn gesteld en daarbij vaak ook nog onheus zijn bejegend en blootgesteld aan giftige stoffen?




Aanvulling: dit artikel werd geweigerd door het Brabants Dagblad: het zou te lang zijn en te ver van de lezers afstaan.