woensdag 19 oktober 2016

"Voltooid leven': wordt de neoliberale beker tot op de bodem geleegd?



De Nederlandse overheid vindt ouderenzorg te duur, breekt die resoluut af en propageert euthanasie voor deze bevolkingsgroep als ultieme vorm van waardige zelfbeschikking.


Hersenwetenschapper Victor Lamme stelde begin dit jaar dat de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde (NVVE) technieken uit de marketing gebruikt om de gekozen dood aan de man te brengen (Pas op! Sluikreclame voor euthanasie, NRC-Handelsblad 26-2-16).[1] Hoe goed zij hierin inmiddels is geslaagd, bleek onlangs uit de algehele verontwaardiging toen dochter Lilian van Jan Marijnissen de vraag opwierp of er geen verband bestaat tussen de bezuinigingen in de ouderenzorg, waardoor veel ouderen depressief en eenzaam zijn geworden, en het kabinetsplan voor stervenshulp bij een ‘voltooid leven’. Een verband dat ik overigens scherper dan in de Nederlandse pers en media heb zien formuleren in een opiniestuk, dat echter wel een aantal erg boude beweringen bevat, van de in Nederland woonachtige, maar in het Engels publicerende columniste Flavia Dzodan op de in Los Angeles gevestigde website Medium.com.: Euthanasia as a Dutch  neoliberal success story.[2]

Euthanasiemarketing in een samenleving die al decennia gedomineerd wordt door de ideologie van het neoliberalisme, waarin de markt centraal staat, alles gericht is op economische groei tegen elke prijs en verhoging van de arbeidsproductiviteit, vormt echter een ernstige bedreiging voor het recht op leven (het meest fundamentele van alle grondrechten) voor - veelal niet meer werkzame en dus improductieve, en door ouderdomskwalen vaak ook nog eens medische kosten veroorzakende - senioren. Die dan, evenals de rest van de bevolking, ook al decennialang worden blootgesteld aan een vrijwel onophoudelijke propaganda voor euthanasie.

Voorstanders van stervenshulp bij een ‘voltooid leven’- en van euthanasie in het algemeen - beroepen zich op het zelfbeschikkingsrecht, dat in de liberale optiek boven elk ander recht gaat. Veel ouderen vinden toch uit eigen vrije wil hun leven voltooid, luidt de steevaste tegenwerping van de voorstanders van het plan voor een nog vrijere euthanasiewetgeving als zij geconfronteerd worden met verzet.

Nog afgezien echter van het feit dat in de Nederlandse context de interpretatie van het zelfbeschikkingsrecht - dat hier vaak in verband wordt gebracht met artikel 11 van de Grondwet[3] - als een recht op euthanasie discutabel is,[4] en van het feit dat in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) artikel 2 waarin het recht op leven is vastgelegd, boven alle andere artikelen prevaleert, en dus ook boven die waarin het zelfbeschikkingsrecht wordt geregeld (zie bijvoorbeeld de uitspraak van het Straatsburgse Hof in de zaak Pretty versus Verenigd Koninkrijk): hoe autonoom zijn ouderen die door decennia van onophoudelijk bezuinigingsbeleid in zulke ellendige omstandigheden zijn komen te verkeren,[5] dat zij in hun wanhoop alles zouden doen om daaraan te ontkomen, en die bovendien, zoals gezegd, voortdurend bestookt worden met euthanasiepropaganda?

In zijn aan het begin van dit stukje genoemde artikel van Victor Lamme laat deze glashelder zien hoe mensen zich door de marketing van de NVVE, een mix van emoties en sociale druk, kunnen laten verleiden tot een ogenschijnlijk vrij, maar in werkelijkheid wezensvreemd besluit.

Geplaatst in het kader van de neoliberale ideologie, waardoor onze samenleving al jarenlang wordt beheerst, en die gekenmerkt wordt door eindeloze bezuinigingen, de afbraak van de sociale zekerheid, de verhoging van de pensioenleeftijd in combinatie met de verlaging van de pensioenen, het bestraffen van ziek zijn door invoering van een verplicht ‘eigen risico’ bij de zorgverzekering, de gedwongen tewerkstelling van werklozen, enzovoort, enzovoort, kan het plan van ‘een voltooid leven’ bijna niet anders worden gezien dan als het sluitstuk van een bijna voltooide neoliberale revolutie, dat in de propaganda wordt afgeschilderd in pasteltinten en verkocht als enerzijds een vorm van barmhartigheid van de overheid en anderzijds een daad van fiere zelfbeschikking van de suïcidale oudere. Hier wordt ondanks de zware historische beladenheid hiervan de dood dus gepresenteerd als oplossing voor een vermeend probleem bij een bepaalde bevolkingsgroep.

In plaats van zich te schamen een land achter te laten waarin ouderen niet meer willen leven, verwijt onze VVD-premier die eindverantwoordelijk is voor het gevoerde beleid, politieke tegenstanders die een voor de hand liggend verband zien tussen de rigoureuze bezuinigingen op de ouderenzorg en het plan voor een regeling voor ‘voltooid leven’ van ‘smakeloosheid’ en ‘een laag niveau’. Voor het met deze woorden pareren van een evident verband verdient onze Eerste Minister zonder meer de Al-Sahaf Award, vernoemd naar de Irakese Minister van Informatie onder het regime van Saddam Hussein.





[3] ‘Ieder heeft, behoudens bij of krachtens de wet te stellen beperkingen, recht op onaantastbaarheid van zijn lichaam.’

[4] zie B.C. van Beers, Commentaar op artikel 11 van de Grondwet, in: E.M.H. Hirsch Ballin en G. Leenknegt (red.), Artikelsgewijs commentaar op de Grondwet, webeditie 2016 (www.Nederlandrechtsstaat.nl).

[5] Bejaardenhuizen werden immers op grote schaal gesloten, men moest maar langer thuis blijven wonen - wat men toch zelf ook zo graag wilde -, op zorg en hulp werd rigoureus bezuinigd, onder verwijzing naar de in de vorige troonrede geïntroduceerde ‘participatiesamenleving’ moest men maar een beroep doen op zijn veelal non-existente ‘eigen netwerk’. De Nederlandse staat is dan ook al verschillende malen over de kwaliteit van de ouderenzorg gekapitteld door mensenrechtenverdragencomités als het CESCR (Committee on Economic, Social and Cultural Rights): http://www.mensenrechtenkwesties.nl/zoeken/detail/1065?zoekUrl=%2fzoeken%2fresultaten%2f1%2f-%2f-%2f-%2f-%2f-%2f-%2f1000000059%2f-%2f-