donderdag 27 augustus 2015

Rapport misstanden reïntegratie A’dam: Wij van WC-eend...



                                                    
De opstellers van een recent rapport over misstanden in Amsterdamse reïntegratietrajecten lijken vooral te handelen uit eigenbelang, beroepsblindheid en conformisme aan de macht. Zo  slagen zij er niet in de werkelijke oorzaak van de problemen bloot te leggen.
 

Recent is een, in opdracht van de Amsterdamse SP-wethouder Vliegenthart vervaardigd, rapport verschenen van twee hoogleraren over de misstanden bij Amsterdamse reïntegratietrajecten. Het gaat hierbij vooral om machtsmisbruik en om uitbuiting, vernedering, intimidatie en discriminatie van verplicht tewerkgestelde bijstandsgerechtigden door gemeente-ambtenaren, waaronder naast de ‘klantmanagers’ - althans in Amsterdam - ook de zogenoemde ‘werkmeesters’ vallen, onder wie de bijstandsontvangers verplicht (op straffe van een geheel of gedeeltelijk verlies van hun uitkering) veelal zwaar, gevaarlijk of afstompend werk moesten verrichten, waarbij zij stelselmatig inhumaan werden behandeld.

De hoogleraren in kwestie, Rob van Eijbergen (organisatieverandering, VU, RUG) en Leo Huberts (bestuurskunde, VU) constateren in hun rapport, getiteld Door de bomen het bos weer zien, dat er veel mis is bij de Amsterdamse reïntegratietrajecten, maar verklaren met nadruk dat zij zich distantiëren van de term ‘dwangarbeid’, die in verband met deze trajecten wel gebezigd is,[1] en dat er op de persoonlijke integriteit, de motivatie en het idealisme van de Amsterdamse gemeenteambtenaren niets valt aan te merken. De oplossing voor de geconstateerde problemen dient volgens Van Eijbergen en Huberts dan ook gezocht te worden in verbeteringen in de organisatie- en bestuursstructuur.

Deze conclusie lijkt mij een mix van eigenbelang (‘Wij van WC-eend…') en van een voortgeschreden stadium van beroepsblindheid, de blikvernauwing die kan optreden ten gevolge van het beroep dat men uitoefent. Als Vliegenthart aan een visboer in plaats van aan twee bestuurskundigen had gevraagd wat de oorzaak is van de misstanden bij de sociale dienst, had men grote kans gehad dat die gezegd zou hebben dat er binnen de organisatie te weinig vis wordt gegeten.

Daarenboven: hoe kun je verwachten dat deze wetenschappers een helder oordeel geven over een dergelijke kwestie en een goede oplossing kunnen aanreiken, als ze bij voorbaat al meegaan in de in politiek en bestuurlijk Nederland bestaande verontrustende communis opinio dat dwangarbeid voor bijstandsgerechtigden geen dwangarbeid genoemd kan worden en in het neoliberale geloofsartikel dat het vernederen van werklozen de beste strategie is om het arbeidsethos van de nog wel werkenden hoog te houden?

Zoals ik al eens eerder heb betoogd:[2] ambtenaren die bijstandsgerechtigden in opdracht van hun gemeente, die daartoe op haar beurt gedwongen wordt door een steeds verder aangescherpte - en zelfs met internationale mensenrechtenverdragen strijdige - bijstandswet (de WWB en sinds 1-1-2015 de Participatiewet), verplicht te werk stellen, zijn te vergelijken met de proefpersonen in het bekende Amerikaanse Milgram-experiment uit 1963. Zo’n driekwart van deze proefpersonen blijkt in het experiment, onder druk van een autoriteit en uit conformisme, bereid medemensen die een fout antwoord geven op aan hen gestelde vragen als straf steeds zwaardere stroomstoten toe te dienen, zelfs tot de dood er schijnbaar op volgt, en zo braaf iets te doen wat eigenlijk tegen hun geweten indruist.

Ook de huidige gemeenteambtenaren (onder wie, zoals gezegd, eveneens de genoemde ‘werkmeesters’ vallen, met onder hen ex-mariniers,[3] een categorie mensen van wie men toch al niet kan verwachten dat ze uitblinken in empathisch vermogen) geven toe aan dubieuze opdrachten uit conformisme (de in het huidige Nederland vrijwel alom aanvaarde opvatting dat met gedwongen tewerkstelling van bijstandsontvangers niets mis is) en druk van een autoriteit (de aangescherpte wet, de gemeentelijke richtlijnen), en zijn onder deze druk bereid de hun toevertrouwde minvermogende burgers in vernederende dwangarbeidtrajecten te plaatsen en zo hun mensenrechten te schenden.

Het is onbegrijpelijk dat hoogopgeleide mensen, waartoe we universiteitsprofessoren - al is het dan in de bestuurskunde - toch wel mogen rekenen, niet in staat zijn een situatie te herkennen die als twee druppels water lijkt op een overbekend psychologisch experiment. En dat zij niet lijken te beseffen dat wat voor veranderingen men ook doorvoert in de organisatie van een gemeentelijke sociale dienst, men het gedrag van haar medewerkers niet in gunstige zin kan beïnvloeden - en zeker niet als die deels uit rouwdouwende ex-mariniers bestaan - zonder dat men iets aan die, door de huidige wet- en regelgeving ontstane, situatie verandert en men de onethisch gedrag voorschrijvende landelijke en lokale autoriteiten in rechtsstatelijke zin corrigeert. Of ambtelijke ongehoorzaamheid propageert.

PS Hoewel dit artikel betrekking heeft om een actueel thema in Amsterdam is het op 28-8 zonder opgaaf van reden geweigerd door de redactie van de hoofdstedelijke krant het Parool.



[1] ‘Wij herkennen niet het door externe belangengroepen geschetste beeld van een werkkamp met dwangarbeid’. Citaat uit de (‘management’)samenvatting van het rapport van Van Eijbergen en Huberts. Beide hoogleraren stellen zich hierbij net zo op als eerder de Groningse hoogleraar sociaal verzekeringsrecht Gijsbert Vonk, die weliswaar sympathiseert met de slachtoffers van dit overheidsbeleid, maar in het Dagblad van het Noorden van 26-2-2015 in een interview verklaarde: ‘Dat soort termen zal ik nooit in de mond nemen. Ik ben niet tegen de gedachte van een tegenprestatie voor een uitkering.’ Kortom: conformisme aan the powers that be is ook hoogleraren niet vreemd.


[2] Zie bijv. het artikel Eén nieuw langgerekt Milgram-experiment, dat verscheen op Mugweb op 1-2-2012: http://www.mugweb.nl/opinie/van-overbeek/een-nieuw-langgerekt-milgram-experiment/



[3] Informatie ontleend aan het besproken rapport Door de bomen het bos weer zien, p. 18: ‘Het  merendeel  van  de  Werkmeesters, maar  ook  een  deel  van  de  consulenten  komen  uit de  praktijk  en  hebben  over  het  algemeen  geen  professionele  hulpverlenersachtergrond.  De  werkmeesters  en  ook  een  van  de  consulenten  van  (reïntegratieproject) de Vinkebrug zijn oud-medewerkers  van  het  Korps  Mariniers.’