donderdag 9 juli 2015

Tsipras, Varoufakis en de geest van Pericles




Dat het uiteindelijk de Grieken zijn geweest, de bedenkers van de staatsvorm van de democratie, die zich in een door Syriza, de linksradicale partij van de huidige Griekse premier Tsipras uitgeschreven referendum hebben uitgesproken tegen de dictatuur van de financiële markten, waaronder zij door hun toetreding tot de euro zijn terechtgekomen, toont aan dat zij, de huidige Grieken, in grote meerderheid waardige erfgenamen zijn van hun antieke voorvaderen en dat de geest van Pericles nog steeds over hen vaardig is. Evenals Pericles immers, de grootste staatsman van het oude Athene, die in zijn beroemde grafrede voor de gevallenen in de Peloponnesische Oorlog de lof van de democratie sprak,[1] gaat de moderne Grieken de democratie nog steeds onverminderd en kennelijk meer dan andere volken ter harte, die zich over het algemeen de technocratentirannie van de eurozone even zwijgend laten welgevallen als koeien de regen in een weiland.

Het Griekse verzet richt zich immers, behalve tegen de eindeloze draconische maatregelen op economisch gebied waarmee het land zich geconfronteerd ziet, zonder dat daarbij enig oog is voor de hierdoor ontstane noden onder de bevolking, met name ook tegen de bedreiging van de democratie door Europa, of liever, door de ‘trojka’ van financiële toezichthouders in de eurozone (tegenwoordig ook wel de ‘instituten’ genoemd, de Europese Commissie, het IMF en de ECB). Deze wil de bevolking van vooral de Zuid-Europese lidstaten van de euro, zoals de Grieken, maar eigenlijk de bewoners van alle landen die deze munt hebben ingevoerd, een neoliberaal dictaat van privatiseren en bezuinigen opleggen, dat niet alleen leidt tot een steeds verdere afbraak van de sociale zekerheid, maar ook de hele democratische staatsvorm uitholt en vervangt door een gedepolitiseerde technocratie. Niet langer de nationale parlementen, maar de geldmarkten hebben sinds de stiekeme staatsgreep van de ook de Europese Unie dominerende neoliberale krachten de controle over de nationale regeringen, voor zover die tenminste nog democratische gekozen zijn. In Griekenland en Italië werden zelfs de gekozen regeringen ingeruild voor neoliberale stromannen uit de stal van de grootste zakenbank ter wereld, waaruit ook de president van de ECB, Mario Draghi, afkomstig is: Goldman Sachs, te weten Lucas Papademos en Mario Monti.

Onverdraaglijk moet het voor de Grieken dan ook zijn dat de euro, die door de Europese Commissie als symbool uitgerekend het epsilon-teken uit hun alfabet is gegeven, naar de Griekse wieg van de democratie, de munt is geworden waarvan de invoering niet verenigbaar blijkt te zijn met democratie.

De dappere nee-stem van de Griekse kiezers bij hun referendum en het daarop volgende zelf-opofferende aftreden van hun flamboyante minister van financiën Varoufakis verdienen daarom respectievelijk navolging en respect in de hele Eurozone.


[1] Thucydides II, 37, vertaling D. Loenen: ‘Wij hebben een staatsvorm die niet een navolging is van instellingen en tradities van anderen; veeleer zijn wij zelf een voorbeeld voor menig ander, dan dat anderen ons tot voorbeeld strekken. Zijn naam is democratie, omdat invloed op staatszaken niet een voorrecht is weinigen, maar een recht van velen’.
Opmerkelijk is dat ook premier Tsipras na het referendum de Griekse opstelling een ‘voorbeeld voor de rest van Europa’ noemde, daarbij doelend op het feit dat Syriza in Griekenland een stem geeft aan de slachtoffers van de ondemocratische bezuinigingspolitiek in heel Europa.